In memoriam Jan Kool Een aangename verrassing uit DenemarkenB&O Stereo element SP-7
© Jan Kool, Luister, april 1966
|
Van de firma Acoustical n.v. ontvingen wij het nieuwe B&O stereo element met eigen arm ter beproeving. De B & 0 fabrieken waren een van de eerste, die destijds met een voor de beginjaren van de stereo opvallend goed klinkend magnetisch element verschenen. Bovendien had het toen de aantrekkelijk lage prijs van f 55.-. De SP-1 heeft zich jaren kunnen handhaven naast de vele andere die er inmiddels ook op de markt gekomen zijn. En ondanks zijn zekere bejaardheid is het nog vaak het beginpunt van vele zeer redelijke reproductieketens. Langzamerhand is echter het een en ander veranderd aan het stereofront. Zo is bijvoorbeeld de verticale aftasthoek vrijwel overal gestandaardiseerd op 15". In de beginjaren varieerde deze bij de verschillende merken soms wel 40". De nieuwe B&O's zijn nu aan de 15' norm aangepast en tegelijkertijd heeft men deze gelegenheid aangegrepen om verdere verbeteringen aan te brengen. Hogere compliantieDe meegaandheid van het naaldsysteem is ca. 3x vergroot en de naaldmassa is nog wat geringer geworden. Voor u betekent dit een gemakkelijker aftasten van moeilijke passages en een lagere naalddruk. Bij het testen met de langzamerhand meer bekend wordende testplaat van CBS, die de schrik van pickupfabrikanten is, waren de prestaties voor zo'n betrekkelijk goedkoop element indrukwekkend. De op één na moeilijkste testbanden zowel voor sporen als intermodulatievervorming werden met ca. 2½ gram 'genomen'. Een geringe "weifeling" bij een amplitude van 63 micron en de een na zwaarste I.M. test band viel alleen maar vast te stellen. Een uitzonderlijke prestatie, die wij alleen nog maar bij veel duurdere elementen hebben zien evenaren. Proeven met vierkantsgolven lieten een snelle stijgtijd zien en al was de golfvorm niet ideaal, zij was wel vrij van werkelijk nare verschijnselen, zodat de weergave van explosieve geluiden en plotselinge inzetten geen moeilijkheden zal opleveren. De frequentiekarakteristiekZoals elders al is vermeld is deze voor de beoordeling van een element een belangrijke factor. Ofschoon de bijgaande kromme een wat golvend karakter in het hoog heeft, althans boven 5 kHz bedragen de afwijkingen niet meer dan 2 à 3 dB. Bovendien loopt alles zeer geleidelijk. Het laag loopt eveneens zeer geleidelijk op tot 5 dB bij 30 Hz. Deze afwijkingen van de ideale vlakke lijn zijn met een streepje laag en hoog af bij de toonregeling te compenseren. Uit nieuwsgierigheid hebben wij ook nog met een mono meetplaat een karakteristiek opgenomen, waarbij beide kanalen parallel geschakeld werden. Deze vertoonde ongeveer dezelfde kenmerken maar was alleen nog iets gunstiger. Ter vergelijking hebben wij er een kromme boven getekend die wij een week of twee tevoren opnamen van een element uit ongeveer dezelfde prijsklasse. De B&0 slaat dan wel een bijzonder goed figuur! Over het andere element kunnen wij beter een diep stilzwijgen bewaren. LuisterproevenZoals gebruikelijk werden deze het eerste gedaan. Op deze wijze kan men van tevoren niet door meetresultaten beïnvloed worden. Dit luisteren was beslist een genoegen. Een muzikaal geluid, waarbij het heel gemakkelijk was om het testen te vergeten en alleen aandacht voor de muziek over te houden. Onvergeeflijk natuurlijk voor een recensent. Het enige dat er dan opzit is muziek te draaien die men niet uit kan staan maar waar alle moeilijkheden in zitten die een pickup in zijn levensloop kan tegenkomen. Nu bezitten wij wel geen Wagner (brieven van vertoornde Wagner-addicten worden door de technische redactie terzijde gelegd) maar er zijn wel meer componisten wier meer opgewonden passages uitermate geschikt zijn. De B&0 draaide er zijn diamant niet voor om. Scherp tekenendOpvallend was het heldere, doorzichtige geluidsbeeld van het zo belangrijke middengebied. Geen spoor van schelheid of scherpte. Het hoog werd een tikje teruggenomen en verder werd de toonregeling niet aangeraakt. Het element tekent scherp en geeft een goed stabiel stereobeeld. Piano klonk strak en zeer natuurlijk en ook andere impulsgeluiden werden fijn getekend. Alles wees op een zeer lage vervorming en een uitstekende kanaalscheiding. Merkwaardig was, dat we geen neiging hadden de basregeling aan te raken. De frequentiekromme deed dit toch wel verwachten. Het laag werd nooit te massief of overweldigend. Hier blijkt waarschijnlijk weer eens uit dat het vooral de abrupte afwijkingen zijn in een kromme, die kwalijke gevolgen hebben en dat een geleidelijk op- of aflopen van weinig betekenis is. Ook eens te meer een waarschuwing aan de man, die uitsluitend op metingen wil afgaan. De metingen hebben ten slotte veel van onze prettige indrukken bevestigd. De uiterst lage intermodulatievervorming en de capaciteit om grote amplitudes gemakkelijk te volgen verklaren het transparante van het geluid. De behoorlijke vorm van de vierkantsgolven en vooral de steile flanken daarvan, geven de indicatie voor de goede weergave van explosieve geluiden. De B&O armTenslotte nog een woordje over de arm. Deze bestaat al een aantal jaren maar mag hier nog best een keer met lof vermeld worden. Ook al voor het geld een bijzonder plezierige mogelijkheid voor hen die nu niet direct bereid zijn om bedragen neer te tellen voor zijn huismuziek, die aardig in een ruimtevaartprogramma zouden passen. We zouden er alleen graag nog een voorziening bij willen zien voor dwarsdrukcompensatie maar misschien wordt deze wens ook nog eens vervuld. Boven zijn standSamenvattend kunnen wij dus gerust zeggen dat de nieuwe B & 0 een werkelijke aanwinst is en prestaties levert, die eigenlijk boven zijn stand zijn wanneer we stand afmeten naar het geld wat we er voor over moeten hebben; geen ongewoon gebruik in het huidige Nederland. Testplaten: CBS STR -111; EMI TCS + 101 ; Decca LXT 5346. index |