audioapparatuur

Digitale voltreffer voor een bescheiden prijs:

Philips CD-950 cd-speler

 

© Aart van der Wal, mei 1993

 

De markt voor consumenten-elektronica maakt zware tijden door en ook boven Philips hebben zich al geruime tijd donkere wolken samengepakt. Dat heeft de ontwikkelingsafdeling van deze gigant er echter niet van weerhouden om naarstig te zoeken naar de verdere verbetering van de bitstream 1-bitter. De onlangs besproken CD-940 bleek al een belangrijke stap in de goede richting, maar deze CD-950 (een rekenaar van jewelste met 128 maal overbemonstering en een derde orde "noise shaper") doet er nog een schepje bovenop. Zowel qua prijs als qua prestaties scoort deze speler hoog.

Verbetering

Philips ging een lange weg van de CD-840 naar deze CD-950 en heeft zeer veel energie gestoken in de effectieve onderdrukking van de hoogfrequentresten (MegaHz!) die in het bitstream-proces als het ware ingebakken zitten. Wat daar nu nog van over is, lijkt mij niet alleen onschuldig, maar is men ook niet in de val getrapt door het ene probleem (bijna) op te lossen om daarmee cweer een ander te creeren. Het gedrag bij de zeer lage signaalniveau's op o.a. de DENON '91 test-cd klasseert deze speler onmiddellijk onder de betere. Impulsverwerking, fasetest en vierkantsgolf waren goed en over de lineariteit hoef ik het ook al niet te hebben. Het resultaat van al die inspanningen is een zich zeer muzikaal gedragende speler die nog net onder de topklasse blijft, maar in alle muzieksoorten uitstekend zijn weg vindt. De prijs in aanmerking nemende, is dit geen geringe prestatie.

Uitmonstering

Ook deze slechts 4 kg. wegende speler van forse afmetingen (435[b] x 106[h] x300[d] mm) is uitgerust met een nog verder verbeterd loopwerk en lade-systeem. Het display vind ik te geprononceerd en daardoor ook te opdringerig, maar het is gelukkig uitschakelbaar. De afstandbediening is ook nu weer gebruiksvriendelijk, maar wees erop bedacht dat ook andere apparaten spontaan en ongewild in werking kunnen treden! Bij mij thuis gingen er zelfs 3 laden open: die van de QUAD CD-66, 67 en deze CD-950. Dat was even schrikken!
Prettig is het instelbare volume, zodat u het afgegeven signaalniveau optimaal op de ingangsgevoeligheid van de versterker kunt inregelen. De hoofdtelefoonuitgang beschikt nog over een aparte volumeregelaar en de vele functies van deze in alle opzichten complete speler kunt u maar beter in de handleiding lezen.
Het uiterlijk is identiek aan die van alle apparaten in de 900 serie (versterker, tuner, DCC-recorder.) Je moet ervan houden, maar het doet in ieder geval modieus aan. Op het zeer overzichtelijke innerlijk valt niets aan te merken, al blijf ik een warm voorstander van zoveel mogelijk metalen onderdelen (al hoeft het dan weer geen Gibraltar-chassis te zijn!)

Muziek

Ik begon maar weer eens met Ravel's Rhapsodie espagnol op DENON 1797. Muzieksignalen op fluisterend niveau zeggen meer over het karakter van een speler dan zeer luide fortissimi rond het 0 dB niveau. De differentiatie binnen het orkestapparaat was groter dan van de voorganger en ik was er eigenlijk best van onder de indruk. Zeer gave strijkers in Haydn door het Orpheus Chamber Orchestra (DG 423376) en de duidelijk aanwezige ruimte in Schubert's Schwanengesang op zowel PHILIPS 411051 (Fischer-Dieskau/Brendel) als DG 429766 (Fassbaender/Reimann) bracht de CD-950 in de buurt van de QUAD CD-67 (voor mij de topper uit het zeer grote aanbod.) Ook het "grind" aan het begin van Mahler I (PHILIPS 420936) had een vriendelijker karakter en kwam bijna met mijn "ijkpunt" (op basis van de prestaties van de beste spelers) overeen. De Dertiende van Sjostakowitsj biedt zowel een overweldigende orkestpartij als een zeer indrukwekkend mannenkoor, gevangen in een uiterst realistisch klankbeeld op DECCA 417261. De opname zet je, met de ogen dicht, op de beste plaats in het Amsterdamse Concertgebouw en de CD-950 deed daar geen millimeter vanaf. Zeer overtuigend was ook Janaceck's "uit een dodenhuis" met een glorieuze Wiener Philharmoniker en een zeer fraai toneelperspectief (DECCA 430375). Ruim dertig jaar geleden legde de dirigent Bruno Walter met het Columbia Symphony Orchestra in het zonnige Hollywood over het algemeen zeer fraaie, doorleefde interpretaties van de Klassieken vast, waaronder veel Mozart, Beethoven en Brahms. Ik haal de opnamen nogal eens van stal, omdat ze naast het muzikale plezier ook nog "gefundenes Fressen" voor weergave-apparatuur zijn. De CD-950 leverde in o.a. Bruckner IV een uiterst kernachtige, helder doortekende bas af, en de soms wat glazige strijkers kregen geen extra scherp randje. Zeer fraaie en delicate blazers ook in Beethoven's Pastorale; en weer die prachtige bas! De beide celloconcerten van Haydn op L'Oiseau-lyre 414615 (kopen!) klonken zoals het moet: pittig, goed doortekend, maar zonder enige scherpte en met de barokcello goed in het orkestrale klankbeeld geintegreerd.

Conclusie

In de top past deze speler zoals gezegd nog net niet. De QUAD 67, maar ook de DENON DCD-2560 EX maken van sommige (je moet er behoorlijk naar zoeken!) opnamen een nog sprankelender klankfontein en zijn nog net een fractie gemakkelijker aanspreekbaar op de zeer lage signaalniveau's. Voorwaarde daarbij is wel dat de overige audiocomponenten de graduele verschillen ook hoorbaar kunnen maken! Het begint er steeds meer op te lijken dat de afstand qua klank tussen de dure en de goedkope spelers almaar kleiner wordt, niet in de laatste plaats als gevolg van goedkopere productiemethoden en in grote aantallen geproduceerde, steeds beter wordende chips. Hoe het ook zij, u haalt met deze CD-950 voor een overzienbare prijs echter een speler in huis die u in optima forma van muziek laat genieten. Warm aanbevolen!


________________________________
Beluisterd met QUAD 66/606 systeem, QUAD 67 en DENON DCD 2560 EX CD-spelers en B&W 802 Mk.3.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links