Audioapparatuur

Meridian Explorer2:

het mobiele neusje van de zalm

 

© Aart van der wal, november 2017

 

Wie het verschijnsel kent zal ongetwijfeld ook de ergernis ervan hebben ervaren: muziekweergave via de pc, Mac, gsm of laptop. De geluidskwaliteit varieert van matig tot slecht, met als voornaamste bron van deze ellende: de belabberde geluidskaart. Maar ook stoorgeluiden die zich vanuit de hardware een weg banen naar het toch al getergde gehoor vormen een obstakel op de weg naar de ultieme muziekbeleving. Voor de jogger, fietser of zich op andere wijze voortbewegende muziekconsument is dat allemaal wat minder kritisch, maar onder 'huiselijke' omstandigheden mag het wat mij betreft best een crime worden genoemd.
En dit terwijl de computer thuis maar ook de laptop elders (denk maar aan de vakantie) een steeds belangrijker muziekbron is geworden. Ze zijn er, de (peper)dure geluidskaarten als eerste belangrijke stap naar een (veel) betere muziekweergave, al kan men ook dan nog van een koude kermis thuiskomen omdat die stoorgeluiden binnen het gegeven computerscenario onuitroeibaar blijken. Zelf heb ik dat ook eens aan de hand gehad: een voortdurend gekraak op zowel de usb- uitgang als de analoge uitgang van een pc, dat na enig zoeken bleek te worden veroorzaakt door de internetverbinding. Het bleek na veel 'trial & error' en zelfs na het inwinnen van professioneel advies op het gebied van Windows een dusdanig hardnekkig probleem dat ik het maar heb opgegeven.

Wie niet aangewezen wil zijn op de analoge uitgang (met alle beperkingen vandien) van zijn computer kan kiezen voor het digitale traject: vanaf de digitale uitgang (hetzij coax, hetzij optisch) naar een (externe) D/A-omzetter (DAC). Daarin vindt de omzetting van het digitale naar het analoge signaal plaats. Het is dan nog slechts een kwestie van het aansluiten van de DAC op uw audio-installatie (de bekende riedel: van analoge output naar analoge input) om de geluidskwaliteit aanzienlijk te verhogen. Met een digitale versterker is het nog gemakkelijker, want daarin is de DAC reeds ingebouwd. Wat alleen nog resteert is het op smaak brengen van het afspeelvolume. Het is een prima oplossing in een basale opzet voor zowel desktop als laptop (het werkt in beide gevallen zonder mankeren).

Stille dienaren
Ik gebruikte al sinds de grijze Oudheid losse converters van Meridian. Het langst heb ik een 24-bitter in gebruik gehad: de 566. Werkelijk geen kwaad woord erover. Het enige moment dat ik aan het bestaan ervan werd herinnerd was als er een schoonmaakbeurt moest plaatsvinden of als ik een reis moest maken: dan ging het apparaat uiteraard uit. De 566 was een van de stille dienaren (de Meridian 551 voor- en eindversterker behoorde er ook toe) waarmee je naar muziek en niet naar apparatuur luisterde. Zoals ook de Quad 33/303 combinatie en de Accuphase P-11: de enige zorg - als het tenminste die naam verdient - waren de elco's die nu eenmaal geen leven lang meegaan. En dan was er de Teac VRDS: een betere cd-speler (en wat een loopwerk!) ben ik niet tegengekomen. Wat ze allemaal gemeen hadden: ze presteerden zonder ophef, de degelijkheid straalde ervan af. Wie ergens eind jaren zestig aan de Quad 33/303 begon, had in die tijd het summum op het gebied van de muziekweergave in huis. Meridian, net zo Engels en evenals Quad in Huntingdon neergestreken, is nooit een van de goedkoopste geweest, maar wel een van de beste ontwerpers op het gebied van audioapparatuur, en is dat nog steeds (op Quad, of eigenlijk de Acoustical Manufacturing Company, ben ik het zicht in de loop der jaren enigszins kwijtgeraakt). Al weet ik dankzij mijn goede vriend Ruud Janssen dat er nog steeds veel vraag is naar het repareren of updaten van oude Quad-apparatuur. Zoals Tom van der Hoff dat al jarenlang doet voor de doorgewinterde Nakamichi-liefhebbers (het zijn de echte die-hards die aan de cassetterecorder verknocht blijven!)

Is meten weten?
Het is een aloude discussie: is meten weten? Zin om die weer eens op te rakelen heb ik niet. Trouwens, in de meeste audiotijdschriften worden de tests alleen nog naar de opgedane indrukken beschreven en worden er geen meetuitkomsten gepubliceerd (dus zal dit waarschijnlijk niet of nauwelijks nog worden gedaan).

Wel herinner ik me dat ik een Meridian-versterker meettechnisch eens stevig aan de tand voelde en dat ik mijn uitkomsten niet kon vergelijken met de fabrieksspecificaties. Want die waren in het boekje noch in iedere andere technische doopceel te vinden. Viertron, de importeur, kon me niet helpen (hoewel de toenmalige eigenaar, Peter Viergever, er wel veel moeite voor had gedaan'. Ik vroeg het uiteindelijk aan een van de twee eigenaren van Meridian: Bob Stuart (hij richtte met Allen Boothroyd in 1977 Meridian op), maar ik kreeg nul op het rekest: het kwam er kortweg op neer dat ik me alleen kon melden als ik klachten had over de weergavekwaliteit of de stabiliteit van de versterker. Welnu, die had ik niet. Aangesloten op een Thorens TD 125 draaitafel met daarin een SME 3009-arm met Ortofon-element en weergegeven op twee Quad ESL's klonk de muziek in mijn beleving op haar mooist. En meettechnisch viel er op die versterker niets aan te merken. Maar het is altijd leuk om na te gaan of zo'n versterker (nog) beter presteert dan wat de fabrikant op papier heeft meegegeven. Of minder natuurlijk. Maar het is ook echt de taak van de audiorecensent om een product ook meettechnisch op zijn merites te beoordelen. Vind ik.

Aansteker
Het klinkt misschien ongelooflijk maar de Meridian Explorer2 heeft zo ongeveer de afmetingen en het gewicht van een BIC-aansteker. Of in concrete termen: een gewicht van nog geen 40 gram, 10 cm lang, 3 cm breed en 1.5 cm hoog. Een product dat zich dus overal laat wegstoppen, geen enkele sta-in-de-weg vormt, maar ook 'multifunctioneel' inzetbaar is en bij uitstek geschikt is voor mobiele toepassingen, terwijl hij ook in de thuiscomputer kwalitatief zijn mannetje staat. Het is het gebruiksgemak en de pure audiokwaliteit die zo aanstekelijk werken en wat dit laatste betreft geen luistermoeheid veroorzaakt en een werkelijk verbluffend beeld van de opname oplevert. Terwijl het verdere gemak de mens dient: aansluiten is een fluitje van een cent. Daar, op Latham Road in Huntingdon, weten ze heus wel hoe ze niet alleen een uitstekend product moeten ontwerpen en (laten) maken, maar ze hebben ook de gebruiksvriendelijkheid ervan hoog op hun prioriteitenlijst gezet. De Explorer2 is typisch zo'n product waaraan, mits de software verder op orde is, niets valt in te stellen (een kleine kanttekening in dit verband komt later in deze recensie nog aan de orde).

Wel of niet 'audiofiel'?
In het audiodomein is uitstraling heel belangrijk. Niet dat iedereen er zaligheid in vindt, maar ik loop lang genoeg mee (ik schat inmiddels zo'n veertig jaar) om te weten dat het uiterlijk - en niet alleen bij vrouwelijke huisgeno(o)t(en) - een belangrijke, soms zelfs doorslaggevende rol speelt. Ook wat dit betreft is niets menselijks ons vreemd. Mogelijk kan Meridian wat dat uiterlijk van de Explorer2 betreft niet met iedereen op dit vlak tevredenstellen ('het is zo klein en dan ook nog door usb gevoed: dat kan nooit wat wezen'), maar wie onbevangen luistert komt al snel tot de ontdekking met een topproduct te maken te hebben. Ik heb er inmiddels ruim twee weken intensief gebruik in de meest uiteenlopende combinaties mee achter de rug en kan alleen maar bevestigen dat ondanks de lage prijs, het lage gewicht en de minuscule afmetingen sprake is van een absoluut topproduct dat niet alleen afrekent met ieder denkbaar vooroordeel, maar ook met matige tot slechte geluidskaarten en knorrende, piepende of ruisende computers. Want het is deze Explorer2 die deze ellende buiten spel zet. Al kan de gebruiker altijd wel tegen een probleem aanlopen waarin in zijn specifieke geval weer net niet is voorzien (daarvan straks nog een voorbeeld).

Filter?
Geen enkel idee hoe Meridian het heeft klaargespeeld, maar een feit is wel dat de Explorer2 een 'schoon' signaal oplevert, onverschillig of de lijn- of hoofdtelefoonuitgang wordt gebruikt. Ik heb dit 'buisje' op vijf verschillende computers op dit aspect stevig aan de tand gevoeld en geen ongerechtigheden kunnen ontdekken. Wel hoorde ik van iemand dat er via beide uitgangen een voortdurend geritsel hoorbaar was. Ik kwam al snel achter de oorzaak: een op het lichtnet aangesloten 'homeplug' die de verbinding verzorgde tussen de in de meterkast opgehangen router en de computer. Na de kabelconfiguratie te hebben gewijzigd behoorde dit probleem tot het verleden.

Hoe deze Explorer2 vanuit de 'vuile' computer een dergelijk 'schoon' signaal weet te leveren is mij een raadsel gebleken en gebleven. In de beste Meridian-traditie laat het appareaat zich niet zonder schade openen. Ik vermoed dat de met grote sprongen voorwaarts schrijdende chiptechniek hiervoor mede verantwoordelijk is. ASML is niet voor niets de lieveling op de beurs! (de koers staat inmiddels op ruim 150 euro, terwijl nog niet zo heel erg lang geleden zelfs een koersdoel van 30 euro als 'onhaalbaar' werd afgeschilderd.) En let wel: het is geen filtering die ten koste is gegaan van de bandbreedte. Aan het bronsignaal is niets veranderd! Geen concessies op ander vlak dus!

Van groot naar klein
In de chiptechniek snijdt het mes aan twee kanten: kleiner en beter, maar ook krachtiger en op een breder front inzetbaar. Dat zien we overal om ons heen en dus ook in het audiodomein. Zoals we ook de computer met het jaar kleiner zagen worden: van de (toen zelfs nog stikstof gekoelde!) enorme bakbeesten van weleer naar de 'handhelds' die nu de markt in bezit hebben genomen. Ik zie nog de vrachtwagens waarop computers stonden geladen die werden ingezet voor het kampioenschap schaken van de 'mens tegen de computer', met in de andere hoofdrol wereldkampioen Garry Kasparov. En nu? De laptop van nu is oneindig veel sterker dan die grotesk uitgevoerde kasten van toen; en de schaakprogramma's zijn onverslaanbaar geworden.
In de opname-industrie deed zich een vergelijkbare ontwikkeling voor. Ik zie nog de enorme PCM-bandmachines van Sony op een van de gangen van het Muziekcentrum van de Omroep in Hilversum staan. En nu? Een 'klein bakkie' volstaat. Je neemt 'm onder de arm mee, het weeg niks. Kortom, wat nog geen decennium geleden onbereikbaar leek is nu de gewoonste zaak van de wereld geworden.

Hoge resolutie
Er zijn drie leds op de Explorer2 die wit (44 of 48 kHZ PCM), groen (MQA) of blauw (MQA Studio) oplichten. Twee leds lichten op bij 88,2 en 96 kHz, drie ledjes bij 176,4 en 192 kHz. Dat gebeurt tevens bij DSD (Direct Stream Digital). DSD werd ooit bedacht door Philips en Sony, speciaal voor sacd (de super audio cd): de bemonsteringsfrequentie ligt in dit geval bij 2.8224 mHz, dat is 64x meer dan bij die van de cd (44.1 kHz) bij slechts 1/32768 van diens 16-bit resolutie. 'Noise shaping' vindt plaats (bij de reeds genoemde 64x overbemonstering) als tegenwicht van de ruis en vervorming als gevolg van onnauwkeurigheden in de 'quantisation' in het 1-bit domein (of delta-sigma omzetting).

Bob Stuart

MQA
Meridian heeft veel werk gemaakt van de introductie van MQA, een eigen codec die staat voor 'Master Quality Authenticated'. Het is net als de bekende zip-file op uw computer in staat om ingepakte verkleinde audiobestanden weer uit te pakken tot het oorspronkelijke (hoge resolutie) formaat. Andere bekende codecs zijn flac, aiff, wma, ape, ogg en mp3. Bob Stuart - zijn naam viel al eerder in dit artikel - heeft MQA levensvatbaar gemaakt (inmiddels werd er een apart bedrijf met een behoorlijk uitgedijde ontwikkelingsafdeling voor opgericht: MQA Ltd.), met als doel de oorspronkelijke muziekbron (de opname) ongeschonden aan de muziekconsument aan te bieden. De 'ontvanger' herkent MQA slechts op één manier: door de in het audiobestand aangebrachte 'handtekening' of 'flag'. Die herkenning betekent dat hij er zeker van mag zijn de oorspronkelijke master in huis te hebben gehaald.

MQA biedt deze optie uitsluitend in hoge resolutie aan, maar belangrijk is ook de daarvoor benodigde bestandsomvang: die is niet groter dan die van flac. Terwijl flac niet meer in petto heeft dan 16 bit 44.1 kHz (die van de cd dus). Terwijl we natuurlijk weten dat de doorgaans voor hoge resoluties vereiste bestandsomvang zéér groot kan zijn. In ieder geval groot genoeg om het downloaden of het streamen tot een ware tour-de-force of onneembare hindernis te maken. MQA daarentegen biedt de uitgelezen mogelijk om hoge resoluties in een relatief klein bestandsformaat beschikbaar te stellen.

Waarmee echter nog niet alles is gezegd. MQA kent geen eigen extensie (zoals flac, wav, mp3 e.d.) omdat het geen specifiek bestandstype is, maar uitsluitend is gebaseerd op een algoritme (of in gewoon Nederlands: het systematisch stelsel voor het uitvoeren van rekenkundige bewerkingen en de volgorde daarvan). Het is dit algoritme dat voor compacte audiodata zorgt. Waarom dan geen bestandstype dat door de hard- en software direct kan worden herkend? Omdat dit dan prompt het hart van het probleem vormt: bestaande spelers maar ook andere bestaande hardware herkennen dit algoritme eenvoudig niet en kunnen er dus niets mee. Het meest in het oog springende probleem dat hierdoor ontstaat kennen we uit het verleden: een nieuw formaat dat niet wordt herkend, muziek die in dit formaat wordt uitgebracht daardoor niet kan worden afgespeeld en het de spreekwoordelijke lichtjaren duurt voordat dit wel het geval is. Het betekent veel ergernis en slechts geringe verdiensten voor de bedenkers en patenthouders. Terwijl fabrikanten van hardware er niets voor voelen om een nieuwe speler te lanceren zonder dat de daarvoor bestemde software (de muziek) in voldoende mate beschikbaar is. Het concept Meridian heeft dus logisch fundament: dat MQA - zij het dan in 'gewoon' stereo - op iedere denkbare speler en in ieder denkbaar systeem onverkort toepasbaar (dus ook op spelers en in systemen die geen MQA-optie hebben). Misschien ten overvloede: omdat aan het einde van de MQA-keten PCM-audio staat is dat gegarandeerd. En de muzieklabels kunnen MQA aanbieden zonder dat ze hun klanten die geen MQA hebben, in de wielen hoeven te rijden.

Tóch MQA-spelers!
Maar zoals gezegd: al zijn er gelukkig geen comptabiliteitsproblemen, MQA werkt alleen in daartoe uitgeruste MQA-spelers of digitaal/analoog-omzetters (DAC). Is dat niet het geval, dan wordt uitsluitend in standaard PCM-audio weergegeven. In dat geval worden de rekenkundige bewerkingen binnen het MQA-concept die t de hoge-resolutieinformatie binnen het hoorbare bereik brengt, als het ware verborgen. Het is er wel, maar het kan niet als zodanig worden weergegeven. Daarentegen kan de MQA-speler die informatie wel 'uitpakken' en aldus een weergave in hoge resolutie mogelijk maken. En wat voor die speler geldt, geldt dan tevens voor de DAC die ook MQA moet kunnen 'ontvangen'.
Veel platenmaatschappijen hebben interesse getoond in MQA. Duidelijk is ook waarom: met hun 'handtekening' willen ze aantonen dat de desbetreffende opname (of beter: het desbetreffende bestand) direct vanuit de studio in MQA beschikbaar is. Dat er geen enkele andere factor is (geweest) die de oorspronkelijke studio-opname negatief heeft beïnvloed. Of anders gezegd: dat MQA identiek is aan de studiomaster.

Het rechtstreeks betrekken van een studiomaster kan uiteraard ook een nieuw marktaandeel opleveren voor de 'streaming services'. Tidal heeft dat na een nogal schoorvoetend begin uiteindelijk voortvarend opgepakt en biedt inmiddels MQA aan in een breed repertoire. De naamgeving zegt het feitelijk al: Tidal Masters. Voor zover ik weet zijn er op dit moment echter alleen spelers van Onkyo en Pioneer die over de voor streaming van MQA vereiste 'firmware' beschikken.

Monopolie?
Kritiek is er ook, en niet van de eerste beste. Op het forum van Linn staat een reactie van Jim Collinson die er niet om liegt en waarin hij de monopolistische trekjes van MQA aan de orde stelt, met als de twee belangrijkste spelers het reeds genoemde Meridian en het muzieklabel Warner. En dat zij alle mogelijke moeite doen om 'buy-ins' en investeringen aan te trekken van de zijde van de overige belangrijke labels en grote audiofabrikanten. Voor de labels geldt dat zij over een machtige catalogus beschikken en voor de audiofabrikanten dat zij die - ik zeg het in de meest simpele termen - hoorbaar kunnen maken. Er is de duidelijke suggestie van de linker- die de rechterhand wast.

De exploitabele waarde van die catalogus neemt met de jaren onherroepelijk af. We zien dat als muziekconsument duidelijk om ons heen: er worden al jarenlang enorme pakketten uit het discografisch archief op de markt gebracht of voortdurend gerecycled tegen vaak extreem lage prijzen. Bovendien zien we een niet mis te verstane verschuiving van fysiek eigendom (het 'zilveren' schijfje) naar streaming (Spotify, Qbuz, Tidal, enz.). Ook op filmgebied zien we die ontwikkeling: denk maar aan Netflix en Amazon. En om het gehele proces in eigen hand te houden wordt niet geschroomd om de daarmee verbonden rechten rigoureus op te kopen. Dan zijn er de filmstudio's die worden of gesaneerd, want ook die komen in eigen hand. Daarmee zijn dergelijke giganten ten slotte heer en meester over de gehele 'supply chain' en vormt dit een schoolvoorbeeld van onstuitbaar monopolistisch gedrag. En wat zij aanbieden moeten wij wel afnemen, en logischerwijs dan alleen tegen de prijs die zij dicteren.

Volgens Collinson is MQA niet alleen maar een simpele manier om dezelfde 'content' opnieuw aan de man te brengen tegen een hogere prijs en dus winstmarge of om de audiokwaliteit in het streaming-domein te waarborgen, maar is het niets anders dan een puur 'business model' dat juist bedoeld is om de volledige controle te verkrijgen over de complete 'supply chain'. Hij heeft alle daarmee samenhangende aspecten keurig op een rijtje gezet:

•  Fabrikanten van opnameapparatuur dienen een licentie te kopen en hun producten navenant aan te passen.

•  Ontwikkelaars van software voor opnamesystemen worden gedwongen om gecertificeerde plugins aan te schaffen.

•  Opname- en masteringtechnici moeten gecertificeerde apparatuur (hardware en software) aanschaffen.

•  Artiesten worden gedwongen om gebruik te maken van studio's en technici die met aldus gecertificeerde apparatuur werken. Wellicht moeten ze zelfs (gaan) betalen voor het uitbrengen hun 'back catalogue' in MQA (waarbij het niet relevant is hoe de artiest dit moet betalen: hetzij rechtstreeks, het zij door middel van het royalty-systeem).

•  Er is een licentie nodig om in MQA gecodeerd materiaal (de zogenaamde 'watermark files') met behulp van een 'Hyper-Security Module' beschikbaar te kunnen maken als (veilige) download.

•  Download en streaming service providers moeten instemmen met de commerciële bepalingen die door de aanbieders hebben geformuleerd. Als ze partners willen worden binnen het conglomeraat zal dit een bepaalde prijs met zich meebrengen.

•  Fabrikanten van fysieke media die MQA willen toepassen zullen daarvoor een licentie moeten afsluiten.

•  Ook hifi-fabrikanten en softwareontwikkelaars zullen hun producten moeten aanpassen en voor de daarvoor vereiste technologie een licentie moeten kopen.

•  Het zal duidelijk zijn dat binnen dit 'model' de consument als kostendrager niet buiten schot zal blijven.

Kwaliteitsverschil?
De belangrijkste vraag is uiteraard of MQA een hoorbaar beter resultaat oplevert indien vergeleken met alle overige formaten die aan de hoogste kwaliteitscriteria voldoen. Helaas kan ik deze vraag niet afdoende beantwoorden omdat er verschillende aspecten in het spel zijn. Het begint uiteraard bij het eigen gehoor en de eigen apparatuur. Want let wel: we hebben het wel over nuanceverschillen (die op zich overigens best belangrijk kunnen zijn). U kent het adagium: alles is zo sterk als de zwakste schakel. Bovendien worden er al jarenlang - met name in hifi-kringen - hevige discussies gevoerd over nut en betekenis van grond- en boventonen. Zij het met dien verstande dat niemand serieus hoeft te discussiëren over die maximaal hoorbare 20 kHz, want dat hoort - in het beste geval - alleen nog een dreumes en die kan sowieso nog niet discussiëren. Wie rond de vijftig is mag zelfs in beide handen knijpen als hij nog 12 kHz onverzwakt kan waarnemen. En dan moet hij of zij niet een deel van zijn vrijetijd in disco's of aanpalende geluidsfabrieken hebben doorgebracht, want dan kan zelfs het spraakniveau van rond 3 kHz al een brug te ver zijn. Om van andere gehoorstoringen verder maar te zwijgen.

Maar ook het (grond- en boventonen)bereik van muziek instrumenten moet niet worden overdreven. Dit simpele overzicht spreekt wat dit betreft boekdelen:

Weergavekwaliteit
Afgezien van alle pro's en contra's van MQA is het wel zo dat de Meridian Explorer2 er moeiteloos weg mee weet: het ledje licht k(l)eurig op als MQA de bron is.
Wat me tevens bij de belangrijkste eigenschap van dit wonderapparaat brengt: de geluidskwaliteit die over de gehele linie haalbaar is (en dan heb ik het dus niet uitsluitend over MQA!) Want daarover geen enkel misverstand: die is in alle geledingen erg hoog, onverschillig of de uitgang voor hoofdtelefoon of de (vaste) lijnuitgang (maximaal 2 V RMS: vandaar dat er keurig een plastic afschermdopje is aangebracht opdat men zich niet vergist tussen deze 3.5 mm-uitgang en die voor de hoofdtelefoon) wordt gebruikt.

 
 
Uitgangen voor lijn en hoofdtelefoon

Het kan best zijn dat de jonge(re) garde nuances waarneemt (en - ik zeg het met nadruk - de weergaveketen in de hoogste kwaliteitsstand staat) die bij de ouderen onder ons in de loop der tijd geleidelijk verloren zijn gegaan, maar ik hoef - afgezien van de veelzijdigheid van het apparaat - niet zo nodig over te stappen op zoiets als de Mytek Brooklyn DAC+ (verkoopprijs: rond € 2000). In gehoormatig opzicht kan ik dan meer dan uitstekend uit de voeten met de Meridian Explorer2! En dan te bedenken dat die nu juist is ontworpen voor mobiele toepassingen of aangesloten op de thuiscomputer! Het is al met al een kwaliteit om werkelijk U tegen te zeggen; met hoofdletter geschreven. Een van de meest irritante aspecten van de weergave via sommige DAC's is het platte karakter ervan. Het muzikale beeld wil - onverschillig de muziekbron - maar niet tot leven komen. Daar is in dit geval echter geen enkele sprake van. Het laag is sonoor, diep en strak, het middengebied mooi transparant en het hoog zonder enige korreligheid. Digitale scherpte is geheel en al afwezig, terwijl de akoestische scherpte er nu juist wel is, in optima forma zelfs. Dit betekent lang luisteren zonder dat luistermoeheid optreedt. En dat voor nog geen € 300! En is er verschil met de voorganger (dus zonder typeaanduiding '2')? Volgens de importeur betreft dit alleen de MQA-optie. U hoeft dus als bezitter van de Explorer niet meteen naar de winkel te rennen voor de opvolger (tenzij u MQA een warm hart toedraagt, natuurlijk).

Een goed begin
Meridian levert de Explorer2 in een stevig en in fraai zwart uitgedoste, verzegelde doos met daarin tevens een rudimentaire (maar wel duidelijke) handleiding, een keurig zwart beschermhoesje en een kort usb-kabeltje van micro naar standaard (dat is zeker bij mobiele toepassingen eerder een voor- dan nadeel; en anders koopt u gewoon een langer kabeltje).

Voor een succesvolle installatie is of het MAC OS X besturingssysteem nodig (10.6.4 Snow Leopard of later) of anders Windows XP SP3 (wie gebruikt dat nog?), Windows 7 SP1 of Windows 8. Over Windows 10 geen woord, maar dat werkt - zij het onder het voorbehoud dat ik straks zal uitleggen - ook prima. Voor MAC is geen verdere software nodig, maar voor Windows wel. De Windows-driver kan worden gedownload vanaf de site van Meridian. Daar vindt u ook de instructies hoe en en ander moet worden uitgevoerd.

Wie gebruik maakt van de 64-bit versie van Windows 10 kan mogelijk tegen een vervelend probleem aanlopen, waarvan de schuld bij Meridian ligt. Want al geruime tijd accepteert deze versie van Windows alleen nog drivers die voorzien zijn van een door Microsoft goedgekeurde handtekening. Als die ontbreekt wordt de driver door het systeem aangemerkt als 'onveilig' en kan alleen via een omweg de driver worden geïnstalleerd. Eveneens op de site van Meridian kan een pdf-bestand worden gedownload met de oplossing van dit probleem. Zij het dat het dan wel een herhalingsoefening betreft, want iedere keer dat de computer wordt opgestart moet dezelfde procedure worden doorlopen om de Meridian-driver toch te kunnen activeren. Wel een vervelende bijkomstigheid. Navraag bij de importeur leverde geen oplossing op, maar wel de opmerking dat het inderdaad niet geheel netjes van Meridian is, maar dat anderzijds klanten er blijkbaar geen moeite mee leken te hebben. En inderdaad, ik had bij twee andere 64-bit systemen evenmin enig probleem: de driver liet zich moeiteloos installeren. Toch, het kan dus gebeuren dat het minder gemakkelijk verloopt.

Conclusie
De Meridian Explorer2 is een fraai ogende DACc die zowel een en al degelijkheid uitstraalt als een sublieme geluidskwaliteit te bieden heeft. Door de zeer geringe afmetingen en het al even extreem lage gewicht kan de dac overal mee naartoe worden genomen. Aansluiten is in een handomdraai gebeurd en alleen de Windows-driver kan (misschien) voor enig ongemak zorgen. Zeker voor een prijs van nog onder de € 300 is dit voor mij de beste koop van het jaar gebleken. Van harte aanbevolen dus!

Naschrift - 20 december 2017
Na de meest recente updates van Windows 10 in de 64-bit versie (1709, KB4058043) levert de door Meridian geleverde software voor een juist functioneren van de Meridian Explorer2 helaas problemen op die alleen via een lastige omweg zijn op te lossen. Het probleem huist in het ontbreken van de door Microsoft voor de Meridian driver vereiste 'digitale handtekening', waardoor deze niet wordt geaccepteerd. Waarom de fabrikant daarvoor niet heeft gezorgd blijft hier verder onbesproken.
In 'Apparaatbeheer' wordt na installatie volgens de instructies van de fabrikant de driver weliswaar vermeld, maar met een foutmelding ('corrupt' of 'ontbrekende handtekening'). Meridian biedt weliswaar een 'work around' aan (u kunt naast de drivers de desbetreffende instructies van de site van Meridian downloaden), maar die optie is verre van elegant en vooral tijdrovend (de procedure moet bovendien worden herhaald als de pc opnieuw wordt opgestart). Ik heb de software in acht verschillende pc's (waaronder twee laptops) getest en in geen enkel geval was - behoudens door toepassing van die omweg - sprake van een probleemloos gebruik van de Explorer2. In vijf gevallen werd ik zelfs op onverwachte momenten geconfronteerd met een BSD ('Blue Screen of Death' ofwel een blauw scherm; stopcode 'Driver IRQL Not Less or Equal').
In het contact hierover met zowel de importeur als Meridian werd een oplossing aangedragen die echter geen oplossing bleek te zijn. Ik citeer uit de reactie van Meridian: "We're sorry for the problem experienced with the Explorer2. Windows 10 now includes USB class 2 drivers so the Meridian driver is no longer required. To rectify the situation, any Meridian drivers on the PC should be uninstalled. Then simply plug in the Explorer2 and it should sort itself out." Helaas, het bleek niet het juiste medicijn voor de kwaal. De Explorer2 werd in geen enkel geval daarna nog herkend.
Het gesignaleerde probleem deed zich overigens niet voor bij de 32-bit versie van Windows 10 en al evenmin bij de iMac computers. Hoe een en ander verloopt bij Windows Vista, 7 en 8 weet ik niet.

__________________
Meridian Explorer 2 DAC met 5 jaar garantie (na registratie 7 jaar!)
Verkoopprijs: ca. € 295
Fabrikant: Meridian Ltd., Huntingdon (VK)
Importeur en distributeur: Viertron BV, Barendrecht


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links