Actueel Slachtoffer van giftige cultuur:
© Neil van der Linden, maart 2023
|
|||||||||
Vorige week zag ik de film Tár, met Cate Blanchett die als chef van de Berliner Philharmoniker ten onder gaat. Sterk aangeraden. Cate Blanchett kreeg een Oscarnominatie en alvast de Britse Bafta-prijs voor beste vrouwelijke acteur. Je zou haar kunnen zien als arrogant, manipulatief, machtswellustig, een ‘ bitch' zoals ze zichzelf op gegeven moment noemt, die bovendien privé en werk niet goed kan scheiden, waarna haar neergang haar verdiende loon is. Je kunt Lydia Tár, de hoofdpersoon, ook zien als slachtoffer van een giftige cultuur waarin ze zich navenant giftig moet en kan gedragen. De Berliner Philharmoniker, vaak beschouwd als de Mount Everest van de orkesten (Tár heeft de orkesten van Boston, Chicago en New York Philharmonic al achter de rug) en decennialang een mannenbolwerk, heeft in de film ook een vrouwelijke concertmeester: Sharon Goodnow, Társ echtgenote (even fenomenaal gespeeld door Nina Hoss).
Ook LGBTQ blijkt geen probleem. Tár en Goodnow lijken de wind zelfs mee te hebben. In een interview aan het begin van de film, waarin de ‘echte' sterjournalist Adam Gopnik van de Newyorker zichzelf als ondervrager speelt, zegt Tár: "Wat de kwestie van gendervooroordelen betreft heb ik niet te klagen. Dat geldt ook voor Nathalie Stutzmann, Laurence Equilbey, Marin Alsop of JoAnn Falletta. Het waren de vrouwen vóór ons die het echte werk deden." Vervolgens raakt Tár verwikkeld in een reeks ‘MeToo' en ‘cancel culture' affaires en begint de neergang. Társ val lijkt zelfs dieper dan bij mannen in vergelijkbare situaties. In de film wordt indirect naar James Levine, Charles Dutoit en Plácido Domingo verwezen. Geen van hun carrières verging het als Tár, die we aan het eind van de film zien in een goedkoop hotel op de Filippijnen, waar ze een pretparkorkest dirigeert. Tár is in de film een leerling van Leonard Bernstein, tegen wie, als hij nu had geleefd, volgens de MeToo-beginselen misschien ook het een en ander in te brengen zou zijn. Voor Tár was Bernstein de ideale mentor. Tegen interviewer Gopnik zegt ze dat ze van Bernstein niet alleen heeft geleerd hoe je van muziek kunt houden, maar ze heeft ook kennis gemaakt met een aantal Hebreeuwse beginselen die helpen de muziek uit te voeren, kavanah, ‘intentie', en teshuvah , een begrip dat verschillende betekenissen heeft, onder meer antwoord en respons, ook in liturgische zin, termen die in de Joodse traditie te maken hebben met bidden en berouw. Tár gebruikt kavanah om de juiste balans tussen de intentie van de componist en de interpretatie door de dirigent te vinden en teshuvah om in interactie met het orkest de tijd als het ware vaak zelfs met één handgebaar stil te zetten, tot de dirigent besluit verder te gaan. Inside the surprisingly Jewish world of ‘Tár Tijd is het wapen van de dirigent zegt ze, en het ideaal is de tijd nu eens tegen te houden, dan weer te versnellen. Ze is bezig een Mahler-cyclus voor Deutsche Grammophon op te nemen, met als laatste onderdeel Mahlers Vijfde symfonie. Ze refereert aan het feit dat Mahler in 1902, het jaar waarin hij de symfonie voltooide. ook trouwde met zijn geliefde Alma. Toen Bernstein het Adagietto uit die symfonie bij de begrafenis van Robert Kennedy dirigeerde, deed hij er twintig minuten over. Tár vindt dat het Adagietto veel korter kan: ‘.. this piece was not born into aching tragedy. It was born into young love.' Interviewer Gopnik: ‘And so you chose…' Lydia Tár: ‘Love.' Gopnik: ‘Right, but precisely how long?' Tár: ‘Well, seven minutes!' Seven minutes love kan dus ook love zijn volgens Tár. Maar tijd is dus alles. Op een bepaald moment in de film beluistert ze een opname van Sjostakovitsj' Vijfde symfonie door ‘MTT' (Michael Tilson-Thomas, chef-dirigent van het San Francisco Symphony Orchestra; de film gaat er ook over hoe vele geledingen van een maatschappij een gesloten wereld vormen/) En ja, voor zijn tempi aan het slot van de finale heeft ze geen goed woord over. Wie er bij Tár overigens goed vanaf komt is ‘Tausk of the VSO'. Dat is onze Nederlandse Otto Tausk, tegenwoordig chef-dirigent bij het Vancouver Symphony Orchestra. De film bevat heel wat musicologische informatie, zeker de eerste 25 minuten. Ik ben benieuwd hoe niet-muziekkenners die ondergaan. Maar een minder goed ingewijde kijker heeft misschien juist meer oog voor wat er tussen alle woorden wordt gezegd, de non-verbale communicatie. Muzikaal klopt bijna alles. Alleen denk je soms zo zeg je het niet. Zo hebben interviewer Gopnik en Tár het over Mahlers negen symfonieën. Formeel heeft hij er negen voltooid. Maar: de muziekwereld rekent de Tiende, waarvan Mahler alleen openingsadagio voltooide, er in het spraakgebruik ook bij. En: Mahler schreef nóg een symfonie, Das Lied von der Erde, die hij niet nummerde, vanwege bijgeloof (vanaf Beethoven had geen componist meer dan negen symfonieën voltooid.) Ok, dat is op slakken zout leggen, en de film is geen musicologische test. Maar je zou denken dat een expert hier nog even de kleinste puntjes op de i had kunnen zetten.
Verder wordt in het interview ook gesteld dat Mahlers Vijfde symfonie zijn meest veeleisende is. Ik zou zeggen dat althans qua het aantal uitvoerenden dit eerder geldt voor Mahlers Achtste, en wat betreft het vereiste artistieke inzicht zijn Zesde of Negende. Maar goed, voor het doel van de film is de muziek van de Vijfde heel geschikt, ook omdat dat Adagietto zijn bekendste muziekstuk is, onder meer vanwege Luchino Visconti die het in zijn film Death in Venice gebruikte, ook een film over liefde, vooral efemere liefde. Tár vraagt het orkest overigens om niet aan Visconti's film te denken. De muziek wordt geweldig uitgevoerd. Door de Dresdner Philharmonie, niet door de Berliner Philharmoniker. En Blanchett dirigeert het orkest echt zelf. Ze speelt ook echt zelf delen uit Das Wohltemperierte Klavier. En zingt ze ook zelf Cole Porters Ev'ry time we say goodbye . En ze leerde Duits voor de film. Van zelfs alleen maar lastigvallen op de werkvloer, laat staan erger, is in het geval van Lydia Tár overigens geen sprake. In zoverre gaat de vergelijking met Dutoit en Levine niet op, laat staan met Harvey Weinstein of R. Kelly. Toch moet ze het veld ruimen. Onrechtvaardig? Ja, naar mijn idee, al verschillen hierover de meningen. En ja, het is fictief, maar we zien hoe vrouwen geregeld hetzelfde wordt aangerekend waarmee mannen wegkomen. Ik moest sowieso tijdens de film geregeld denken aan de redeloze haat tegen vrouwen in topposities zoals in de politiek. Ik heb over de film gesproken met een nieuwe kennis, een jonge, vrijdenkende en tegelijk in sommige opzichten ook traditionele Saoedische arts (met een enorme kennis van film en muziek). Zij prees hoe de film de donkere kanten van politiek en cancel culture aan de kaak stelt, en hoe die toont hoe een toxische omgeving zowel het leven van vrouwen als van mannen beïnvloedt, maar de prijs daarvan is voor mannen en vrouwen niet even hoog.
De neergang begint als Lydia Tár tijdens een masterclass bij de prestigieuze Juilliard Academy een gesprek aangaat met een zich als non-binair identificerende student die alleen maar muziek van contemporaine en niet ‘cis-mannelijke witte' componisten uitvoert. De student dirigeert een mystiek atonaal mystiek stuk van de IJslandse Anna Thorvaldsdóttir. Tár noemt dat een gemakzuchtige keuze, omdat zoals ze zegt niemand bij zulke muziek kan horen of het wel goed wordt uitgevoerd. Zou de student niet beter iets religieus van een erkende grootheid kiezen, bijvoorbeeld van Bach? Maar de student zegt geen muziek uit te willen voeren van een ‘cis-mannelijke witte' componist die twintig kinderen bij twee vrouwen kreeg. Ze antwoordt: "Don't be so eager to be offended. The narcissism of small differences leads to the most boring kind of conformity. [...] The problem with enrolling yourself as an ultrasonic epistemic dissident is that if Bach's talent can be reduced to his gender, birth country, religion, sexuality, and so on, then so can yours.". Waarop de student haar uitmaakt voor ‘fucking bitch'. Tár antwoordt dat hij een robot is. Nadien zegt ze tegen een amateur-dirigent die telkens vraagt om haar aantekeningen bij haar Mahler-partituur in te kunnen zien, en die misschien niet toevallig dezelfde achternaam heeft als de zakenman-dirigent Gilbert Kaplan: "There's no glory for a robot, Eliot, do your own thing." Kaplan in de film is ook een rijke zakenman, die Lydia af en toe met zijn privéjet laat toeren. Maar als ze blijft weigeren inzage te geven in haar partituur en bovendien haar positie begint te wankelen, komt daar een eind aan. Later blijkt dat de discussie met de student is gefilmd en dat fragmenten eruit op een voor haar ongunstige manier zijn gemonteerd en via sociale media verspreid. Zo citeert ze vol afschuw een nazi-ideoloog, maar dat citaat wordt haar in de montage zelf in de mond gelegd.
Intussen is er een ex-student die zelfmoord pleegt en met wie ze een gecompliceerde professionele en privé-verstandhouding heeft gehad en wier carrière ze daarna zou hebben gedwarsboomd. En ze viel op een jonge celliste, die ze meteen een plek in het orkest geeft en zelfs tegen de regels in de solopartij in Elgars Celloconcert geeft. (De fantastische celliste Sofie Kauer). Ze wordt gecanceld . Waarna ze tijdens een uitvoering van Mahler V die Eliot Kaplan van haar overneemt (gebruikmakend van haar partituur met notities die hij intussen had gestolen) de zaal binnenstormt en Eliot tegen de grond smijt. Waarop haar lot binnen deze wereld helemaal is bezegeld. Ook haar echtgenote keert zich van haar af, en houdt zelfs hun dochter bij haar weg. Ze reist af naar de Filippijnen en gaat aan de slag bij een showorkest in een pretpark. En toch, eigenlijk is het ook een katharsis. Weg van alle pomp en glitter van de Westerse muziekwereld lijkt ze een nieuwe zingeving te vinden in het leiden van de jonge musici van het orkest. ________________ Tár Conducts Cate Blanchett in a Symphony on the Complexities of Power. index |
|||||||||