Actueel

In memoriam Jan de Kruijff (1931~2022)

 

© Tjako Fennema, april 2022

 

Op zijn negentigste overleed hij, kort nadat hij zijn vrouw had moeten begraven. Jan de Kruijff, legendarisch als veelschrijvende musicograaf. Hij zou in zijn schrijversbestaan tot op hoge leeftijd letterlijk karrevrachten kopij produceren. Een man met een niet te stuiten schrijfenergie.

Begin jaren '60 leerde ik hem bij naam kennen; hij was toen hoofdredacteur van het vakblad Disk. Ik kon niet vermoeden dat ik hem nadien menigmaal zou opzoeken in zijn woning in Leusden. De 13 meter lange woonkamerwand aldaar stond van linksonder tot rechtsboven vol met in strak gelid gerangschikte langspeelplaten Dui-zen-den. Disk was toen de grote tegenhanger van Luister, waar de gezaghebbende audioredacteur Jan Kool de scepter zwaaide. Het waren de hoogtijjaren van fonografie en hifi en beide bladen kenden een relatief grote lezerskring die de pagina's spelden. Jan, een natuurtalent als schrijver, was opgekweekt als hoboïst zowel als technicus. Dat maakte hem bijkans ideaal voor zijn functie.

Recenseren van apparatuur en muziekuitvoeringen
Wat betreft de apparatuurrecensies wist Jan zich verzekerd van Ir. Han (TU Delft). Dat droeg bij aan de – zeg – wetenschappelijke onderbouwing van de audiorecensies in Disk met grafieken, polaire diagrammen, dubbelblind testen en tabellen. Dat waren zaken waarvan de audiohobbyisten van toen weinig weet hadden. Recensies in Disk waren veelal in fellere bewoordingen dan die in Luister en dat bracht De Kruijff menigmaal in conflict met audio-importeurs en platenmaatschappijen. Dan werd hij – om een boycot van zowel advertenties als recensiemateriaal te voorkomen - samen met de uitgever op het matje geroepen om de klagende partij te masseren. Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik hem vanuit mijn toenmalige functie ooit - zij het kortstondig - ook op de zwarte lijst plaatste.

Het was bij mijn weten ook een van de redenen dat Jan – steevast herkenbaar aan zijn geruite hemd - nimmer voor de jury van de klassieke Edison werd gevraagd. Maar gelukkig vond hij in zijn schrijversbestaan menig alternatief tot en met verschillende correspondentschappen van buitenlandse muziekmagazines toe.

Vergelijkende discografieën
Fameus waren zijn vergelijkende discografieën waarbij een twintigtal uitvoeringen van één en hetzelfde werk uitputtend werd beschreven. Immense klussen, dat las je er zó vanaf en hij produceerde door de decennia honderden van die vergelijkingen.

Knarsend stemmenweefsel
Ooit hoorde ik in de auto het op zondagmiddag uitgezonden muziekprogramma Diskotabel, waarin een pregnant klinkend stemmenviertal vervolgens jarenlang mijn nieuwsgierigheid prikkelde en me menige grijns ontlokte. Eentje nasaal (JdK), de andere glasbrekend-nadrukkelijk (de zangeres Erna Spoorenberg), de derde zwoel en witty (Jan-Willem Hofstra) met als gespreksleider de vileine Menno Feenstra,   door wijlen Martin van Amerongen ooit schertsend afgedaan als 'Feno Meenstra', die als presentator alle tricks of the trade kende. Het was afwisselend een genot en een ergernis om naar dit drietal muzikale allesweters te luisteren.

Jan-Willem Hofstra en De Kruijff kenden elkaar via het weekblad Elsevier: een slangenkui' volgens JdK, waar hij vele jaren voor zou schrijven. Hij introduceerde het begrip ‘muziekconserven' en kreeg het met de Nederlandse tak van Deutsche Grammophon aan de stok toen hij een parallel trok tussen de uitbundige uitbrengpolitiek van DGG enerzijds en de schuttingreclame langs de spoorlijn Amsterdam-Haarlem anderzijds: 'Ooit een kist, krat of vat van de Phoenix gehad?' DGG had sowieso moeite met hem omdat hun lp's in kleverige binnenhoezen waren verpakt wat menigmaal in ‘spekbakkerijgeluiden' resulteerde, aldus De Kruijff. Hij had gelijk!

Jan de Kruijff (krantenfoto uit begin jaren '80)

Leven van de pen
Om met schrijfwerk een gezinsinkomen te vergaren lukt in ons land amper. Dus werd menigmaal creatieve oplossingen gezocht om daarin te voorzien. Het schrijven van hoesteksten was profijtelijk en ik herinner me ook bijeenkomsten waar de najaarsreleases aan de vakpers werden voorgesteld. De nieuw uitgekomen lp's lagen op stapeltjes gereed. Recensent X zei: “Ik schrijf voor 5 media” en pakte van elke titel 5 exemplaren mee. Vier stuks doken dan enkele dagen later in de schappen van Concerto of Theo Vilters op. Maar niet Jan de Kruijff. Hij toonde mij ooit uit zijn archief 43 lp's met de Symphonie Fantastique van Berlioz. Hij moest wel, zo zei hij, vanwege de vergelijkende discografieën.

Maar Jan wist van geen ophouden. Hij publiceerde zes boeken, Spraakmakende musici, met doorwrocht geschreven interviews met musici wereldwijd.

Docent
Toen eind jaren '80 de belangstelling voor apparatuur en muziekrecensies begon te tanen, raakte De Kruijff gedurende 16 jaar als docent betrokken bij de muziekregistratiefaculteit van het Koninklijk conservatorium in Den Haag waar ook Adriaan Verstijnen, fameus opnameleider van het Harlekijnlabel, nadieselde.

Fotoarchief
Op een gegeven moment sijpelde het nieuws door dat De Kruijff af wilde van zijn met grote zorg opgebouwde en gedocumenteerde fotoarchief. Een immense kast met hangmappen! Vanuit mijn toenmalige functie ging ik, gewapend met een stapeltje dubbelgevouwen bankbiljetten, naar Leusden om een bod te doen. Het bleek me dat een ‘bevriende” partij een avond van tevoren de loodzware kast al had laten wegslepen. Schadenfreude werd mijn deel. De belangstelling voor archieffoto's is al vele jaren minimaal.

Op zijn goed gedocumenteerde site www.musicalifeiten.nl zijn nog autobiografische notities te vinden.

Op vergevorderde leeftijd nog steeds bezeten van muziek

Levensloop in vogelvlucht
Jan de Kruijff werd op 12-09-1931 geboren in Vincent van Goghdorp Nuenen. Na zijn middelbare school gymnasium bèta nam hij een dubbelstudie op zich: conservatorium hobo in Tilburg en HTS elektronica in Eindhoven. Enige jaren combineerde hij een deeltijdbaan als tweede hoboïst bij het Brabants Orkest en onderzoeker op het laboratorium van de Philips glasfabrieken.

Na twee jaar militaire dienst, begon hij de studie Muziekwetenschap in Utrecht, afgerond met twee semesters Muzieksociologie in Wenen. Dit combineerde hij met het redacteur/medewerkerschap bij het maandblad Luister (1955-1959).

In 1956 werd hij muziekmedewerker van de Amersfoortse Courant en radio/tv-medewerker van de RDP dagbladgroep. Van 1961-1981 volgde het hoofdredacteurschap van het maandblad Disk. Van 1955-1968 was hij grammofoonmedewerker van Elseviers Weekblad, later van 1980-1986 muziekmedewerker van Elsevier.

Mede gezien zijn achtergrond, zijn muzikale affiniteit en technische belangstelling specialiseerde hij zich op het gebied van wat hij als ‘muziekconserven’ betitelde, maar ook de apparatuur die nodig is om deze optimaal weer te geven. Dat resulteerde in recensies en discografieën van eerst lp’s, daarna cd’s met klassieke muziek plus interviews met uitvoerende kunstenaars enerzijds en testrapporten plus audiotechnische achtergrondverhalen anderzijds.

In 1960 verscheen bij uitgeverij Het Spectrum als Prisma pocket zijn platengidsje Disco Digest, in 1983 werkte hij mee aan de Teleac-cursus Werken met audio-apparatuur. Als freelance journalist leverde hij tal van bijdragen aan dag-, week- en maandbladen zoals Tussen de rails, HVT, De Kern, Compact Disc, Beeld en Geluid Opinie, Elegance, Kijk, Fono Forum en HiFi Stereophonie (D), Phono (AU), High Fidelity (VS) en Pipers Encyclopädie des Musiktheaters (D).

Voor een VPRO radioprogramma introduceerde hij in 1962/3 met Han Reiziger nieuwe lp’s. In de begintijd van het zondagmiddag Radio 4 programma Discotabel was hij vast panellid. Van 1981-1997 was hij als docent Luisterpracticum en Weergavetechniek verbonden aan de afdeling Muziekregistratie van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Een reader over audiotechniek vormde daarvan onder andere de neerslag.

Bij wijze van bezigheidstherapie werkte hij aan zijn memoires, maar publiceerde ze niet. Na een voorstudie, gewijd aan interviews met c.q. portretten van bekende uitvoerende musici onder de titel Spraakmakende musici, in 1997 bij uitgeverij Balkema verschenen, bundelde hij alsnog een 170-tal van deze artikelen in de vorm van vijf boeken onder de titels Spraakmakende dirigenten, pianisten, strijkers, blazers en zangers, tevens voorzien van separate discografieën. Deze zijn in 2000/1 bij uitgeverij Gopher verschenen.

Bijdragen in de vorm van vergelijkende discografieën, cd- en dvd-recensies, en onder de werktitel Fonografie muziek verzamelde artikelen over componisten, composities, muziekfestivals, producers, muziektoerisme. onder de titel Fonografie techniek over audiotechniek worden successievelijk als work in progress gepubliceerd op www.musicalifeiten.nl.

________________
Tjako Fennema was in zijn werkzame leven actief in zowel de wereld van audio-apparatuur als die van het platen-cd-vak. Gaandeweg kon hij het publiceren niet laten!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links