Actueel

De Nieuwe Filharmonie Utrecht

met ijzersterke Matthäus-Passion

 

© Maarten Brandt, 7 april 2012

 

Zoals een voormalig criticus van het ooit roemruchte klassieke platenblad Disk het eens treffend stelde bezit Nederland het ondubbelzinnige patent op de “meeste Matthäus Passionen per vierkante kerkplavuis.” Daarin is anno 2012 bepaald geen verandering in gekomen, integendeel. De indruk bestaat dat het aantal vertolkingen van Bachs ‘Opus Magnum’ nog steeds aan het toenemen is en dit laatste niet alleen binnen de boezem van de kerk. Alleen al in Amsterdam waren er tientallen verklankingen van het Mattheus-evangelie van de hand van de Leipziger Thomascantor te horen. Trouwens, ook kleinere plaatsen in den lande doen wat dit aangaat een geduchte duit in het zakje. En dan te bedenken dat in de tijd toen Felix Mendelssohn na lang wikken en wegen zijn pioniersdaad verrichte door Bachs meest bekende passie onder het stof vandaan te halen en – zij het in sterk gecoupeerde vorm – aan de klinkende realiteit toetste, slechts weinigen de handen voor de muziek van de Koning der componisten op elkaar kregen. Zijn klinkende nalatenschap werd op haar best als een curiosum ervaren en menigeen vond Bachs muziek abstract en zelfs onmelodieus. Onvoorstelbaar maar waar!

Benijdenswaardige souplesse
Valt er tussen al dat rijps en groens überhaupt nog wat nieuws te ontdekken? Is het dan geen vermetele daad om als een nieuw orkest in de centrale regio van ons land – ik heb het over De Nieuwe Filharmonie Utrecht – de zoveelste Matthäus neer te zetten, zoals afgelopen Goede Vrijdag en Paaszaterdag in de Jacobikerk in de Domstad gebeurde, en wel ten overstaan van een overstelpende belangstelling? Het antwoord op de eerste vraag moet bevestigend luiden. Ten eerste valt er, indien er topmusici bij betrokken zijn, en dat was hier onomstotelijk het geval, altijd weer iets nieuws te ontdekken. Waaruit automatisch volgt, en daarmee is de tweede vraag bevestigend beantwoord, dat het bij deze gelegenheid om al het andere dan de ‘zoveelste Matthäus’ ging. Alleen al het feit dat chef-dirigent Johannes Leertouwer, onder meer bekend als violist van het orkest van de Nederlandse Bach Vereniging de initiatiefnemer tot dit project was, spreekt boekdelen. Niet alleen omdat hij in voornoemd orkest onder alle grote coryfeeën op barokgebied de Matthäus heeft gespeeld, ook het feit dat hij een aantal jaren geleden een Matthaus-tournee als dirigent met niemand minder dan de onlangs overleden Bachkenner bij uitnemendheid Gustav Leonhardt deelde mag aan de balk. Daarbij is De Nieuwe Filharmonie Utrecht niet zomaar een begeleidingsorkest maar een telkens van samenstelling wisselend keurensemble van topmusici die, al naar gelang het te spelen repertoire, als ZZP-ers worden uitverkoren om met elkaar samen te werken. Dat innerlijke en muzikale motivatie hierbij de drijfveren zijn, wordt uit het klinkende resultaat op slag duidelijk. De omstandigheid dat dit orkest slechts enkele jaren bestaat hoort men aan de onafgebroken hoge kwaliteit van het musiceren niet af. Daarbij is Leertouwer iemand die op een zeer natuurlijke, directe en onopgesmukte manier in staat is zijn intenties op zowel het orkest als de koren – Studium Chorale uit Maastricht en het jongerenkoor van de Kathedrale Koorschool Utrecht – over te brengen. De musici van de orkestrale koren bedienden zich van een op historische leest geschoeid instrumentarium en dit doorgaans met een benijdenswaardige souplesse. Waar nodig was er ritmische scherpte, zeker waar de tekstuitbeelding zulks vereiste, maar over algemeen trof de exquise wijze waarop de uiteenlopende kleuren werden gemengd, zonder dat de transparantie van het klankbeeld er ook maar een seconde aan hoefde te geloven.

Kamermuzikale intimiteit
Vloeiende tempi vormden de alfa en omega van Leertouwers aanpak, met daarbinnen soms prachtige rustmomenten, getuige bijvoorbeeld bij vlagen schitterende fermates in de koralen, die daarom – ondanks het vlotte basistempo – nooit gehaast overkwamen. Een verhaal apart was de optimale zuiver- en rankheid van de jonge koorzangers van de Kathedrala Koorschool Utrecht, als gevolg waarvan het koraal O Lamm Gottes, unschuldig het geheel als het ware van een glansrijk aura voorzag. Dat niet alleen de koralen maar ook de aria’s veelal de rustmomenten van het werk uitmaken, kwam tevens in deze benadering sterk naar voren, getuige een niet zelden kamermuzikale intimiteit. De vioolsolo van het Erbarme dich was bijvoorbeeld van een ongekende sereniteit, uitmuntend als deze werd vertolkt door Antoinette Lohmann. Maar niet alleen om die reden was dit onderdeel van een aangrijpende schoonheid, want wat de altus Mark Chambers hier ten toon spreidde grenst werkelijk aan het ongelooflijke. Zo een zilverachtige sonoriteit om niet te zeggen een bijna aan alles ontheven geluid heb ik zelden van een dergelijke stemsoort gehoord. Chambers is dus een naam die we zonder ook maar de geringste twijfel nog dikwijls gaan horen. En dat brengt ons op de cast van deze ijzersterke Matthäus-uitvoering. Want speciaal in de sopraan Klaartje van Veldhoven, de bariton Tom Sol (Christus-partij, met een verbeelding van het Mein Freund warum bist du kommen? die je letterlijk de adem doet inhouden; nog nooit is deze zinsnede zo intens bij me binnengekomen!), de bas David Greco (met voor mij – over nieuwe ontdekkingen gesproken – prachtige versieringen in het da capo van het Mache dich mein Herze rein) en niet te vergeten de tenor Rupert Charlesworth die voor een handenwringend aangrijpend Geduld tekende, wist Leertouwer zich van een illustere solistenschare verzekerd. De enige die soms wat detoneerde was de tenor Sueng Hee Park, wiens evangelistenpartij zowel qua intonatie als in ritmisch opzicht af en toe niet smetteloos was. Maar dat is slechts een kanttekening bij een uitvoering waarmee De Nieuwe Filharmonie Utrecht en zijn chef-dirigent Johannes Leertouwer zich moeiteloos kunnen meten met de vertolkingen onder vooraanstaande specialisten op dit gebied als Philippe Herreweghe, Frans Brüggen en Ton Koopman. Zoveel is zeker, met deze Matthäus heeft de Domstad zich definitief op de landkaart gezet en daarmee een traditie geïnaugureerd die het volstrekt verdient even serieus te worden genomen als die van de Palmzondaguitvoeringen door het Koninklijk Concertgebouworkest in Amsterdam of die van de Nederlandse Bach Vereniging. Chapeau!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links