Actueel (archief) Muziekcentrum Vredenburg Utrecht: grote ambities én problemen (2)
© Kees de Leeuw, november 2008
|
||||
De gemeentelijke overheid van Utrecht is geschrokken van het grote exploitatietekort bij het Muziekcentrum Vredenburg. Het gat dreigt richting 3 miljoen te gaan. De aantallen bezoekers (b)lijken verder te dalen. Enkele concerten moesten reeds worden geannuleerd wegens zeer geringe kaartverkoop. Het ging hierbij overigens om niet-klassieke muziek. De negatieve sfeer betreft vooral de locatie Leidse Rijn, meestal rode doos genoemd. De andere plek, Vredenburg Leeuwenbergh, is wel succesvol, hoewel het beeld wel vertekend is omdat de capaciteit kleiner is dan de voormalige kleine zaal. De kans dat stoelen leeg blijven is dus kleiner. Het is in elk geval begrijpelijk dat de aandacht uitgaat naar de rode doos. Er zijn nu maatregelen genomen om te voorkomen dat de problemen onoplosbaar groot worden. Nieuwe interim-directeur Wethouder van cultuur, Cees van Eijk heeft een aantal maatregelen genomen en laat een plan maken dat rond de jaarwisseling verschijnen moet. Dit plan van aanpak moet zorgen dat er weer meer bezoekers (terug)komen, met name in locatie Leidse Rijn. Al direct zijn enkele veranderingen doorgevoerd. Interim directeur Ed de Haan die al enige tijd ziek thuis zat is vervangen door een nieuwe tijdelijk manager. Overigens hypocriet dat gezegd werd dat de ziekte van De Haan niets met de narigheid te maken had. Op 1 januari gaat De Haan elders aan de slag bij de gemeente. De opvolger, Atze Sytsma, heeft er in elk geval voor gezorgd dat er beter busvervoer is na concerten op vrijdagavond, de omroepserie de Vrijdag van Vredenburg. Hij geeft hiermee aan beter de problematiek te onderkennen dan de wethouder die adviseert om maar te gaan fietsen "dan ben je er zo"(Stadsblad Utrecht, 5 november) en hiermee voorbij gaat aan de bezoekers die juist met graagte naar de oude plek kwamen vanwege de goede bereikbaarheid met het Openbaar Vervoer. Hoe ironisch is het dat ook de bereikbaarheid per auto voorlopig verslechterd is omdat een belangrijke toegangsweg niet beschikbaar is. Naast het probleem van de mobiliteit heeft Sytsma ook oog voor de gebrekkige restauratieve voorzieningen. De nieuwe directeur wil laten uitzoeken of er een uitgebreidere horecavoorziening in de rode doos zelf mogelijk is. Gezien de geïsoleerde ligging van de rode doos ontbreekt het hier geheel aan in de nabije omgeving. Vijf wijze mannen De belangrijkste maatregel om Muziekcentrum Vredenburg Leidse Rijn weer te laten floreren is een plan dat gemaakt wordt door een adviesgroep van vijf deskundigen. Zij moeten de wethouder en de directeur de juiste weg wijzen. De groep van vijf experts bestaat uit Henk Scholten, oud-directeur van de Stadsschouwburg Utrecht en nu directeur van het Theater Instituut Nederland, Gabriël Oostvogel, directeur van de Doelen, Marcel Beerthuizen, expert marketing en sponsoring, Kees Vlaardingerbroek, artistiek leider omroepconcerten en zaterdagmiddagmatinee Concertgebouw en Pim van Klink, oud-directeur van de Oosterpoort en de Stadsschouwburg in Groningen, het Residentie Orkest en op dit moment bijzonder hoogleraar kunstbeleid en kunstmanagement. Trefwoorden zijn programmering, marketing en publiek. Zonder de deskundigheid van deze heren in twijfel te willen trekken zijn enkele kritische kanttekeningen wel op zijn plaats.
De genoemde punten zijn nogal algemeen en hebben naar mijn mening te weinig betrekking op het eigenlijke probleem, namelijk de rode doos. De afname van publiek bij klassieke concerten is een algemene kwestie. Zoals in mijn vorige bijdrage valt te lezen kwamen er de laatste jaren al minder mensen naar klassieke concerten in Vredenburg. Daar de plaats van de rode doos door verscheidene bezoekers als onprettig en slecht bereikbaar wordt ervaren zal het niet eenvoudig zijn dit publiek terug te winnen. Nieuwe doelgroepen moeten gezocht worden, maar elke frequente concertbezoeker weet dat we ondanks allerlei initiatieven nog steeds bitter weinig jongeren en nog minder allochtonen in de concertzaal zien. Wanneer de adviesgroep met bruikbare oplossingen voor dit probleem komt is dat fantastisch, maar het lijkt bij voorbaat een illusie.
Het laatste hoofdpunt is de programmering en dat is zeker de aandacht waard. Op klassiek muziek gebied heeft het Muziekcentrum Vredenburg een zeer brede programmering, van oude muziek tot hedendaagse muziek, een goed aanbod qua kamermuziek, grote orkestwerken enz. De serie De Vrijdag van Vredenburg is op het terrein van orkestmuziek juist een van de meest gevarieerde en te vergelijken met de Zaterdagmatinee in Amsterdam. Zeer slecht verkopende series, zoals die met harmonieorkesten, worden uit de programmering gehaald. Het is dan ook niet erg fair om de programmamakers een deel van de schuld in de schoenen te schuiven, terwijl directeur Sytsma tegelijkertijd zijn medewerkers hemelhoog prijst. Het is altijd goed om het concertaanbod kritisch te bekijken, maar wonderen zijn hierbij niet te verwachten. Naar het schijnt zijn er beloftes gedaan om met name op zondagmiddagen zich meer te richten op bezoekers uit de wijk Leidse Rijn, voor een niet onaanzienlijk deel jonge(re) gezinnen. Hopelijk worden deze toezeggingen waar gemaakt en komt er zo toch weer wat meer publiek. Maar afgezien hiervan, geldt in z'n algemeenheid dat de programmering niet verslechterd is sinds de verhuizing. Conclusie De adviesgroep heeft een zeer, zeer moeilijke taak. Alles wijst er namelijk op dat niet zozeer de programma's en de marketing het probleem zijn maar de locatie. Naast minder bezoek voor concerten blijkt Muziekcentrum Vredenburg locatie Leidse Rijn namelijk ook minder aantrekkelijk voor het houden van congressen en andere evenementen. Door deze afname van niet muziek activiteiten zijn de inkomsten verder gedaald. Het is misschien voor beleidsmakers nuttig om de visie van Joop van de Ende tot zich te laten doordringen. "Entertainmentgoeroe Joop van den Ende zou de plek van de Rode Doos waarschijnlijk hebben geweigerd. Geen fatsoenlijk openbaar vervoer in de buurt, geen gezellig loopje, geen terrassen, restaurants, geen mensen, geen levendigheid. Om dezelfde redenen duurde het bijna twintig jaar voor zijn musicaltheater in Amsterdam van de grond kwam. Amsterdam opperde steeds locaties op afstand. Maar amusement hoort in het hart van een stad, midden in de samenleving, zo betoogde Van den Ende herhaaldelijk" (AD Utrecht, 23 september 2008). index |
||||