DVD-recensie

 

© Paul Korenhof, februari 2016

 

Rimski-Korsakov: De bruid van de tsaar

Anatoli Kotsjerga (Sobakin), Olga Peretyatko (Marfa), Johannes Martin Kränzle (Grijasnoj), Tobias Schabel (Maljoeta-Skoeratov), Pavel Cernoch (Likov), Anita Rachvelishvili (Ljoebasja), Stefan Rügamer (Bomelius), Anna Tomowa-Sintow (Saboerova), Anna Lapkovskaja (Doenjasja), Carola Höhn (Petrovna) e.a.. Staatsopernchor, Staatskapelle Berlin
Dirigent: Daniel Barenboim
Regie en toneelbeeld: Dmitri Tcherniakov

BelAir BAC405 (Blu-ray)

Opname: Berlijn, oktober 2013

 

Met regisseur Dmitri Tcherniakov heb ik een haat-liefdeverhouding ontwikkeld. Aan de de basis ligt mijn bewondering voor zijn inventiviteit en zijn vakmanschap, en ook weet hij mij regelmatig mee te slepen met kleurrijke, vaak filmische beelden, zijn muzikaliteit en zijn gedetailleerde, geladen personenregie. Tot op zekere hoogte althans. Regelmatig wil hij namelijk teveel tegelijk waardoor hij met een overdaad aan handeling zijn doel voorbijschiet, en ook wil hij zich wel eens zo door een inval laten meeslepen, dat hij steeds meer tegen tekst en muziek in gaat.
Voorbeelden van momenten waarop het op deze punten mis gaat, zijn onder meer te vinden in zijn ensceneringen van De legende van de onzichtbare stad Kitesj bij DNO, waar zowel het tweede bedrijf als het laatste bedrijf weinig met Rimski's opera te maken hebben, en Poulenc's Dialogues des Carmélites in München, waarvan de dvd-versie na een klacht van de erfgenamen van Bernanos zelfs door de Franse rechter verboden werd. (Bij zo'n verbod plaats ik mijn vraagtekens, maar de grond van de aanklacht kan ik begrijpen.) Fricties tussen de tekst en zijn extreme actualiseringen zijn onvermijdelijk, maar weet hij tot het einde toe een acceptabel dramaturgische harmonie te creëren, dan straalt het resultaat een kracht uit die alle bezwaren onbelangrijk maakt.

Zo'n overtuigende en in alle opzichten geslaagde enscenering presenteerde Tcherniakov in oktober 2013 in het Schiller Theater in Berlijn, waar de Staatsoper nog steeds resideert nu de verbouwing van Unter den Linden flink blijkt uit te lopen. Het betreft hier De bruid van de tsaar van Nikolaj Rimski-Korsakov, een opera die geldt als het beste theaterwerk van deze componist, maar die buiten Rusland zelden wordt uitgevoerd.
Het verhaal rond het meisje Marfa die wordt begeerd door de 'bobo' Grijasnoj, die door de tsaar als bruid wordt uitgekozen, maar die vergiftigd wordt door Grijasnoj's vroegere geliefde Ljoebasja, verplaatste hij naar een moderne staat waarin het volk met televisiebeelden gemanipuleerd wordt. Een projectie van mails tijdens de ouverture toont de opzet: het volk wordt een rad voor ogen gedraaid met een virtuele tsaar, maar om de kijkers te paaien wordt gekozen voor een 'herkenbare' bruid van vlees en bloed.

Na een sprookjesachtig aandoende 'historische' opening (het wordt in de moderne opera bijna en cliché) ontmoeten we in het eerste bedrijf tv-producer Grijasnoj. Zijn domein is een draaitoneel met een combinatie van studio, controleruimte en vergaderzaal waarin hij resideert als het brein achter het politieke gemanipuleer, maar ook als een man die geloofwaardig is in zijn intriges en zijn begeerte naar Marfa. Die lijn werkt Tcherniakov vier bedrijven lang zeer consequent uit te volgen en wie als kijker daarin meegaat, merkt al snel dat fricties met de tekst snel ondergeschikt worden aan de dramatiek van het geheel.

Muzikaal is de uitvoering zonder meer indrukwekkender en dit sterkte mij in mijn menig dat De bruid van de tsaar in het westen ten onrechte zo lang verwaarloosd werd. Na twee keer kijken ken ik de enscenering natuurlijk wel, maar ook daarna zal de blu-raydisc met zijn uitmuntende audiospoor de weg naar de speler nog regelmatig vinden. Maar dan vooral vanwege de muziek en met grote dank aan Daniel Barenboim, niet alleen het brein achter dit project, maar ook een dirigent die erin slaagt om met koor en orkest van de Staatsoper de partituur bijna boven zichzelf uit te tillen.

Op de voorkant van het doosje zien we sopraan Olga Peretyatko in haar eerste scène, een vrolijk schoolmeisje dat in drie bedrijven uitgroeit tot de zo tragisch door het lot vermalen bruid uit de titel. Haar timbre lijkt iets te licht voor Rimski's romantische muziek die eigenlijk vraagt om een stem als die van de jonge Galina Gortsjakova, maar zo ontwapenend als zij is in haar meisjesachtige tweede akte, zo aangrijpend zijn haar wanhoop en haar waanzin in het laatste bedrijf.
Toch is Peretyatko niet de ster van de uitvoering. Die eer moet zij laten aan Anita Rachvelishvili, dezelfde die alleen al door haar aanwezigheid een bezoek aan Chovansjtsjina in Amsterdam tot een 'must' maakt. Deze Georgische mezzosopraan combineert ook hier haar warme, fluwelige timbre en haar fenomenale zangkunst met een intensiteit waar de vonken van af spatten, en niet alleen op van verschroeiende hartstocht geladen momenten zoals aan het slot van het tweede bedrijf. Evenals bij DNO is zij op haar mooist en haar aangrijpendst op stille, introvete momenten, zoals hier in haar a capella gezongen lied in het eerste bedrijf, een absoluut hoogtepunt in deze voorstelling.

De mannenrollen zijn eveneens voortreffelijk bezet met de bas Anatoli Kotsjerga als een mooi vaderlijke Sobakin, de tenor Pavel Cernoch als een geloofwaardige verloofde (het is niet zijn schuld dat zijn betrekkelijk kleine rol niet echt uit de verf komt) en vooral Johannes Martin Kränzle als Grijasnoj. Hoe zijn Russisch klinkt, kan ik niet beoordelen, maar vanaf het eerste moment laat deze Duitse bariton er geen twijfel over bestaan dat zijn Scarpia-achtige 'producer' in het centrum van het verhaal staat. Een juweel van een bijrol is de Saboerova (de moeder van Marfa's vriendin Doenjasja) van niemand minder dan Anna Tomowa-Sintow, die zoveel triomfen vierde onder Karl Böhm en Herbert von Karajan. De nu 74 jaar oude Bulgaarse sopraan, nog altijd begiftigd met prachtig stemmateriaal en grote theatrale autoriteit, geeft hier een indrukwekkend visitekaartje af met haar bepaald niet onbelangrijke aandeel in het derde bedrijf.

Vanaf de eerste beelden sleepte de schitterende registratie mij onontkoombaar mee naar het tragische einde. Wel had ik ook nu het gevoel dat Tcherniakov soms te veel tegelijk wilde, maar dat kan ook komen doordat het in meerdere ruimtes verdeelde toneel van het eerste en laatste bedrijf minder geschikt was voor het tv-scherm dan voor het theater. Aan de andere kant kan ik mij vooral in het tweede bedrijf niet aan de indruk onttrekken dat de kijker thuis op sommige momenten juist in het voordeel is. De scènes bij Sobakin, een modern appartement met een grote 'flatscreen' waarop ook nieuwsclips met de 'tsaar' langskomen, zijn in het theater alleen maar te zien via een groot venster in een decorwand. Die scène wordt ons in de huiskamer door de camera's ongeveer op ons bord gelegd, terwijl het in het theater toch iets heeft van een kijkkast in de verte.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links