CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, oktober 2013

 

Prokofjev: Symfonie nr. 4 in C, op. 47/112 (tweede versie) – The Prodigal Son op. 46

São Paulo Symphony Orchestra o.l.v. Marin Alsop

Naxos 8.573186 • 78' •

Opname: juli, november, december 2012, Sala São Paulo

Prokofjev: Symfonie nr. 4 in C, op. 112 (herziene versie) – The Prodigal Son op. 46

National Symphony Orchestra of Ukraine
o.l.v. Theodor Kuchar

Naxos 8.553055 • 76' •

Opname: juli 1995, Grand Concert Studio of the Ukraine Radio, Kiev

 

 


Marin Alsop is niet alleen chef-dirigent van het Baltimore Symphony Orchestra, sinds 2012 zwaait ze ook de baton in het Braziliaanse São Paulo. Ze zet haar werkzaamheden in Brazilië voortvarend in, met een aangekondigde complete cyclus van de symfonieën van Sergej Prokofjev voor het label Naxos. De Vijfde werd als eerste uitgebracht, in combinatie met de ‘Het jaar 1941’. Nu volgt de Vierde (in de tweede versie), samen met het ballet ‘De verloren zoon’. In een tijd waarin zelfs de meest gerenommeerde orkesten zijn aangewezen op het uitbrengen van live-opnamen valt het op dat er kennelijk ook nog orkesten zijn die veel tijd aan een opname kunnen besteden. Ik kan u uit ervaring verzekeren dat ze zich dat alleen kunnen permitteren door de kosten daarvan voor eigen rekening te nemen. Het opnamelogboek bij deze uitgave spreekt wat dat betreft boekdelen: zes dagen werden uitgetrokken voor de symfonie, vijf voor het ballet. We zijn op het zuidelijk halfrond, dus werd de symfonie in de zomer opgenomen, wanneer er verder toch niets te doen is, maar daar zijn de kosten niet minder door – een ton op zijn minst. Naxos heeft mazzel met zo’n combi.

Dat zal dan ook de reden zijn dat men aan deze onderneming begint, want eerder werd dezelfde formule toegepast, met het Staatsorkest van de Oekraïne en zijn Amerikaanse chef, Theodore Kuchar - de resultaten daarvan zijn allesbehalve slecht en nog volop verkrijgbaar. Sterker nog: op Naxos 8.553055 vindt u exact hetzelfde repertoire dat op deze nieuwkomer wordt gespeeld. Weliswaar wordt de Verloren Zoon daar als balletsuite geafficheerd, maar dat is onzin, het is gewoon het complete ballet. In de Oekraïne deden ze vier dagen over de hele cd, en vergelijking leert dat het Russische strijkorkest heel wat beter presteert dan de Brazilianen. Beide opnamen werden gemaakt in een lege zaal en zijn daardoor wat galmerig, de Russische klinkt zelfs naar kunstmatige galm.

Even terug naar de muziek. Prokofjev was tussen 1918 en 1932 zelf een soort verloren zoon – hij reisde dwars door Siberie naar de oostkust van Azie om van daaruit via Hawai over te steken naar de Westkust van de Verenigde Staten - hij arriveerde in San Francisco zonder visum. In Amerika boekte hij successen als pianist, als componist bleef het bij een magere première van zijn opera ‘De liefde voor de drie Sinaasappelen’. Teleurgesteld stak hij over naar Europa, waar hij in het Parijs van het interbellum met lede ogen moest toezien hoe zijn landgenoot Igor Strawinsky het gesprek van de dag was. Sergej Diaghilev bestelde het ballet ‘De verloren zoon’, maar het was te laat – Diaghilev stierf een jaar na de première. Prokofjev maakte van de nood een deugd en hergebruikte grote delen van de partituur in zijn Vierde symfonie, opus 47. In 1932 keerde hij terug naar de Sovjet-Unie, waar de gehoopte successen al snel plaats moesten maken voor de Tweede Wereldoorlog en de terreur van Stalin. Ondanks alles zorgden succesvolle balletten als ‘Romeo en Julia’ en ‘Cinderella’ voor Prokofjevs eeuwige roem, zowel in Rusland als in de rest van de wereld. In 1947 deed Prokofjev een laatste poging om zijn geliefde ‘Verloren Zoon’ / Vierde Symfonie alsnog een volwassen plaats in zijn symfonische canon te geven. Hij herzag het oorspronkelijke materiaal en voegde substantiële delen toe. Het heeft niet geholpen. Prokofjevs grote vriend Rostropovitsj speelde niet alleen cello als een godenzoon, hij was ook een uitstekende pianist. Dirigeren lag dus vlak om de hoek, zeker gegeven het charisma dat hij bij emmers vol bezat. In de jaren 1987/8 stelde het label Erato hem in de gelegenheid om de complete symfonieen van Prokofjev op te nemen. Wat deed de slimmerik? Hij zette de beide versies van de Vierde samen op één schijfje.

Stravinsky, Sjostakovitsj en Prokofjev, wie had ooit gedacht dat Sjostakovitsj in de eenentwintigste eeuw als symfonicus zijn beide landgenoten in het stof zou laten bijten? Prokofjev verdient echt beter, en veel dirigenten hebben zich voor hem ingespannen. Daaronder zijn grootheden als Karajan en Bernstein, die de Vijfde op hun repertoire zetten. Walter Weller maakte in de jaren 1970 een uitstekende integrale voor Decca, en in Frankrijk was Jean Martinon actief – zijn complete Prokofjev verscheen in de USA op het label VOX. In mijn herinnering staat deze opname nog steeds eenzaam aan de top. En dan is er natuurlijk Valery Gergiev, die werkelijk iedere noot van Prokofjev op zijn repertoire heeft, inclusief alle opera’s en balletten.

Het succes van de samenwerking tussen Marin Alsop, São Paulo en Naxos hangt nauw samen met de repertoirekeuze. Ik ben benieuwd.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links