CD-recensie

 

© Maarten Brandt, november 2014

 

Busoni: Berceuse élégiaque (bew. Arnold Schönberg)

Berg: Sieben frühe Lieder (bew. Reinbert de Leeuw)

Zemlinsky: Sechs Maeterlinck-Gesänge
(bew. Erwin en Leonard Stein/Reinbert de Leeuw)

Webern: Passacaglia op. 1 (bew. Reinbert de Leeuw)

Katrien Baerts (sopraan),
Het Collectief o.l.v. Reinbert de Leeuw.

Zig-Zag Territoires ZZT345 51'

Opname: vermoedelijk november 2013, De Singel (Blauwe zaal), Antwerpen

www.hetcollectief.be

 

Toeval of niet, maar in het kortst denkbare tijdbestek verschijnen er maar liefst drie cd's met arrangementen die zijn ontstaan in de traditie van de in 1918 door Arnold Schönberg in het nabij Wenen gelegen stadje Mödling opgerichte Verein für musikalische Privataufführungen op die tot 1921 heeft bestaan. Want niet alleen de door Klaus Simon bewerkte versie van de Negende symfonie van Mahler (u treft de bespreking hier aan) valt daar niet los van te zien, ook de onlangs en binnenkort door mij te recenseren uitgave van de Gruppo Montebello onder supervisie van Henk Guittart met onder andere de transcriptie voor kamerensemble door Erwin Stein van de Zevende symfonie van Bruckner hoort in die categorie thuis.

Wie de gigantische en maar liefst 23 cd's en 4 dvd's omvattende jubileum box van het Schönberg Ensemble - uitgegeven ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van dit gezelschap - in zijn of haar kast heeft staan, zal één werk tegenkomen dat op bovenstaande cd met Het Collectief opnieuw is opgenomen: de Sechs Maeterlinck-Gesänge van Alexander Zemlinsky. Dit in de adaptatie van Erwin en Leonard Stein en (eerste en zesde lied) Reinbert de Leeuw. In de oude opname komt de zangpartij voor rekening van Rosemary Hardy, samen met wie De Leeuw en het Schönberg Ensemble regelmatig met deze cyclus door het land toerden. Die uitvoering, welke opvalt door een prachtige en soms omfloerst-sensuele benadering door de zangeres, koester ik ten zeerste. Maar de nieuwe met Katrien Baerts is er al evenmin een om te versmaden. Haar aanpak is veel directer en veelal dramatischer, als gevolg waarvan het klankbeeld ongekend scherp reliëf krijgt, iets waar de kraakheldere weergavetechniek nog een extra dimensie aan toevoegt. Een geweldige luxe om nu twee vertolkingen van deze lied-bewerkingen te bezitten die elk in hun soort onovertroffen zijn.

Onvermoede details
Dat De Leeuws transcriptie van de Sieben frühe Lieder van Alban Berg destijds geen plaats in de jubileumverzameling heeft gekregen is verbazingwekkend, aangezien deze bewerking - uitgegeven (en daarmee dus ook geautoriseerd!) door de Weense muziekuitgeverij Universal Edition - niet alleen onder De Leeuw maar ook door andere dirigenten relatief behoorlijk vaak is uitgevoerd. Ik herinner me zelfs een orkestdirectie-examen van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, hetzelfde instituut dat destijds als de boezem fungeerde voor het Schonberg Ensemble van Reinbert de Leeuw, die daar immers als student is begonnen. Hoe het ook zij, de tegelijkertijd subtiele en diep-inkervende verklanking door Baerts en De Leeuw met het Collectief is alleen al een voldoende reden deze cd zonder aarzeling aan te schaffen. En dat minder ook meer kan zijn, leert deze bewerking, want - om het even hoe men ook onder de bekoring kan komen van de aanzienlijk rondere maar ook wolliger sonoriteit van de vertaling die Berg van deze oorspronkelijk voor piano en zangstem geschreven liederen voor symfonieorkest maakte - niet zelden wordt het oor getroffen door tal van onvermoede instrumentale details.

Gevecht
Blijkt uit het voorgaande al ruimschoots dat Het Collectief een in deze materie ongelooflijk gepokt en gemazeld ensemble is, dat komt nog sterker naar voren in de hier vastgelegde instrumentale werken die het raamwerk vormen voor dit voortreffelijk opgebouwde programma en waarbij de onderhuidse Berceuse van Ferruccio Busoni een perfect tegenwicht is van de exuberante Passacaglia Van Anton Webern. Trouwens, in het geval van laatstgenoemde is minder duidelijk meer, om niet te zeggen: veel meer. Ik aarzel zelfs niet deze uitvoering de meest verpletterende te noemen die ik ooit van dit stuk hoorde. Daar doet het feit dat de grootste vertolkingen van de orkestversie onder Abbado en Karajan (beide DG) een verhaal apart blijven, geen afbreuk aan. Maar als men zich in één benadering bewust wordt van het gevecht tussen tonaliteit (die hier nog net niet op de tocht wordt gezet) en de zich al 'ondergronds'en 'lava-achtig' aandienende atonaliteit, is het deze van Het Collectief onder De Leeuw wel, die er tegen aan gaan als betrof het een van de meest expressionistische partituren van de Tweede Weense School: Bergs Drei Orchesterstücke.

Kortom, een cd die de luisteraar tenslotte in de meest positieve zin des woords verweesd achterlaat en bijna doet vergeten dat een speelduur van ruim 50 minuten wel wat aan de korte kant is in een tijd dat er gemakkelijk 80 op kan. Waar weer tegenover staat dat zowel de verfijning als de rijke substantiële inhoud van het gebodene dit in royale mate compenseren.

Pluim
Deze fraaie uitgave gaat vergezeld van een uitvoerig interview over het gebodene met De Leeuw door Tom Janssens dat in drie talen, waaronder ook Nederlands, is afgedrukt. Vreemd genoeg staan de opnamedata niet in het, overigens prachtig ogende, boekje vermeld. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijk zal dit in november 2013 zijn geweest, aangezien toen de concerten met dit repertoire in de Blauwe Zaal van de Antwerpse De Singel plaatsvonden. Ten slotte is de bij Webern vermelde speelduur (15'04) onjuist. Dit moet zijn: 9'45.

Tenslotte verdienen de samenstellers van 'Aangenaam Klassiek' een pluim voor het feit dat men een productie als de onderhavige (en ook de Negende Mahler in de bewerking van Simon) in hun actie hebben opgenomen. Dat geeft de burger weer moed in een tijd waarin de vervlakking meer en meer het laatste woord dreigt te krijgen. Met de grootst denkbare klem aanbevolen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links