CD-recensie

 

© Aart van der Wal, oktober 2010

 

 

 

 

Wagner/De Vlieger: Die Meistersinger,
an orchestral tribute (2006) -
Deux entreactes tragiques
(2000) ‡.

Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Edo de Waart en Otto Tausk‡.

Challenge Classics CC72326 • 64' •

 

 

 

Wagner/De Vlieger: The Ring, an orchestral adventure (1992) - Tristan und Isolde, an orchestral passion (2002) - Parsifal, an orchestral quest (1994).

Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Edo de Waart.

Challenge Classics CC72338 • 67' + 65' + 54' • (3 cd's)

www.henkdevlieger.nl

www.challenge.nl


In mei 2008 besprak ik de Chandos-uitgave met The Ring, an orchestral adventure (klik hier voor de recensie) en schreef ik tevens het een en ander over de achtergronden van Henk de Vlieger en het procédé van de bewerkingen die hij op een aantal Wagner-opera's losliet.. Daarnaast was ik aanwezig bij de opnamen van Die Meistersinger, an orchestral tribute (klik hier voor het verslag van een opnamesessie).

De doos met de drie cd's is feitelijk een heruitgave met opnamen die werden gemaakt in de Grote Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw in april 1992 (Ring), mei 1994 (Parsifal) en april 1995 (Tristan). Ze verschenen voor het eerst in een verzamelbox van RCA/BMG, tevens voorzien van een fraai gebonden boekje met mooie foto's van Erwin Olaf en een begeleidende tekst van Martin van Amerongen. Het was het laatste wapenfeit van Rob Overman als manager van het Radio Filharmonisch Orkest. Sommige van die foto’s hangen (hingen) in de wandelgangen van het Muziekcentrum van de Omroep (MCO). Omdat de licensie met RCA/BMG op tien jaar was gesteld kon het orkest deze opnamen nu opnieuw uitbrengen. MCO's opnameproducer en fagottist Freek Sluijs tekende voor de remastering Met goede spullen is er duidelijke winst aan helderheid, al zal het op minder geklasseerde apparatuur mogelijk iets naar scherpte neigen.
De opnamen van Die Meistersinger en de Deux entreactes zijn nieuw en dateren van respectievelijk maart en april 2009. Ze werden gemaakt in Studio 5 van het welbekende, door de stevige besparingsdrang van het nieuwe kabinet inmiddels stevig onder vuur liggende Muziekcentrum van de Omroep aan de Heuvellaan in Hilversum. 

In mijn recensie van de Chandos-cd vond ik het belangrijkste manco ervan de onscherpe profilering door de diffuus klinkende opname. Bij de visie van Järvi stuitte ik bovendien op de paradox tussen de bezadigde opbouw van de climaxen en de te snelle tempi (zoals in 'Brünnhildes Opfertat'). De 'Trauermusik' miste spanning en 'Brünnhildes Erwachen' klonk onder zijn handen uitermate nuchter. Dat deed De Waart gelukkig heel wat beter. Niet zo verwonderlijk eigenlijk, want De Waart is niet alleen gepokt en gemazeld in het operavak, maar bovenal een betere Wagner-dirigent. Ik hoef in dit verband slechts naar de ZaterdagMatinee te verwijzen.

Wat voor de muziek van Bruckner geldt, geldt eveneens voor die van Wagner: de weg is doorgaans lang en de spanningen kunnen daardoor maar al te gemakkelijk voortijdig wegvloeien. De Waart is teveel een operadirigent om de vele lange spanningsbogen niet naar de juiste waarde te schatten. Met de ritmische profilering is het, wat de nieuwste opname van Die Meistersinger betreft, dankzij de helderder opname eveneens beter gesteld (3. Gesang der Lehrbuben, het begin van 4. Sachsens Monolog en natuurlijk 8. Tanz der Lehrbuben). Mooi zijn ook de hoorns aan het begin van 7. Züge der Zünfte. De in de Grote Zaal van het Concertgebouw gemaakte opnamen komen wat minder sprankelend uit de luidsprekers, maar zijn desondanks het aanhoren dubbel en dwars waard, en niet in de laatste plaats door het uitstekend spelende orkest dat onder leiding staat van een dirigent die zoals gezegd echt van wanten weet. Maar afgezien daarvan wordt de door De Vlieger beoogde symfonische structuur in deze vertolkingen voortreffelijk uitgewerkt.

Otto Tausk en het orkest zijn even geïnspireerd op dreef in de beide, eveneens door Henk de Vlieger geïnstrumenteerde, Entreactes tragiques, met modelvertolkingen als resultaat. Deze twee stukken zijn in de Wagner-discografie maar ook daarbuiten ten opzichte van het 'grote' werk helaas j onbekend gebleven. Deze tussenspelen waren, evenals een aantal sterk op Beethoven geïnspireerde ouvertures (wat hij later ook ruiterlijk toegaf), slechts bedoeld als vingeroefeningen alvorens zich aan zijn eerste opera te zetten. In 1832, Wagner was toen pas negentien, schreef hij zijn eerste theatermuziek, waaronder een ouverture voor het toneeldrama König Enzio van Ernst Raupach (1784-1852). Het verhaal wil dat Wagners zuster Rosalie, een gevierde actrice in die dagen, de uitvoering van de ouverture bij de theaterleiding wist door te drukken. Volgens sommigen slaagde zij er zelfs in om in de vijfde akte nog een Wagner-compositie ingelast te krijgen. Maar zelfs als dat al waar is weten nog niet welke muziek het dan betrof. Wel zijn er meerdere manuscriptpagina's met het begin van twee instrumentale werken uit die tijd overgeleverd die mogelijk daarmee verband houden en als Entreactes tragiques zijn opgenomen zijn in de Wagner Gesamtausgabe van 1986. Wie denkt dat het 'slechts' om curiosa gaat raad ik zeker aan ernaar te luisteren. Want áls de historische feiten inderdaad kloppen, dan had de nog jeugdige, 'ongeoefende' Wagner bepaald wel iets te zeggen!

Een puntje van kritiek: op de achterzijde van de box met de drie cd's klopt de volgorde niet: Parsifal staat niet op de tweede cd, maar Tristan. Alleen daar is de volgorde omgewisseld. Elders kloppen de gegevens wel.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links