Audiotechniek

Van opname naar weergave (6):

Channel Classics neemt in Naarden de Matthäus-Passion op

 

© Aart van der Wal, april 2010

Zie ook:

Bachs Matthäus-Passion: wel of niet dubbelkorig?

Bachs Matthäus-Passion: een enkelkorige passie?

Bachs Matthäus-Passion in Naarden 2010

Met Jared Sacks van Channel Classics napraten aan de montagetafel

 

Als ik op woensdag 1 april de 'artiesteningang' van de Grote Kerk in Naarden binnenkom zie ik dat zowel de gang naar de kerkruimte als de voor dit doel speciaal ingerichte controlekamer volgestouwd is met opname- en weergave-apparatuur, computers en kabels, heel veel kabels.

 
Techniek!    

Deze middag staat een uitgebreide 'reparatiesessie' van de tot dan toe in de kerk vastgelegde twee live-uitvoeringen van de Matthäus-Passion gepland. Wat eerder niet goed is gegaan kan nu worden gecorrigeerd. Achter de knoppen Jared Sacks van Channel Classics, met naast hem Paul Janse van Codaex, beiden met de partituur vóór zich. Jared verzorgt het opnametechnische gedeelte en zal thuis de editing doen, terwijl Paul de muzikale punten op de i zet. Hij hoort en leest kritisch mee en communiceert hierover via de intercom met dirigent Jos van Veldhoven, die vele meters verder in de kerk op de bok staat. Het publiek is voor deze opnamesessie massaal toegestroomd. Tegen betaling kan men de sessie bijwonen. Al ruim voor het begin is er vrijwel geen lege stoel meer te vinden. Zakelijk leider Mark Vondenhoff licht nog eens duidelijk toe dat men niet de héle Matthäus-Passion te horen krijgt, maar alleen fragmenten; en misschien wel een aantal keren dezelfde achter elkaar! Paul Janse komt vervolgens naar voren en legt uit dat het straks zijn stem is die straks uit de luidsprekers komt. Hij zal Jos vele malen vragen bepaalde passages over te doen, frases aan te scherpen, ritmische ongelijkheden weg te poetsen.

Waarom eigenlijk publiek bij een reparatiesessie? Jared: "Dat kan niet anders want je kunt geen live-concert opnemen en dan vervolgens zonder publiek bepaalde stukken overdoen. Dat hoor je gewoon. De galm in deze kerk vraagt toch al om allerlei aanpassingen, zoals bijvoorbeeld die vele wollen dekens waarmee we lopen te slepen en die we hier gebruiken om daarmee lege stoelen op te vullen. Gelukkig valt het dit keer mee, de kerk zit goed vol. Die dekens gebruiken we trouwens ook voor het opvullen van de ruimte ónder het podium, want anders krijg je daardoor weer ongewenste reflecties. Er zijn zoveel dingen waar je scherp op moet letten, je mag maar weinig over het hoofd zien. Beter goed voorbereid en de zaken op orde dan achteraf corrigeren. Als dat dan nog gaat. Voorkomen is beter dan genezen!"

Op mijn vraag of Van Veldhovens specifieke 'ruimtelijke' opvattingen over de Matthäus-Passion geheel of deels terug te vinden zullen zijn in de opname antwoordt Jared ontkennend: "Hier, in de kerk, kunnen de ensembles fysiek enigszins akoestisch van elkaar worden gescheiden, al is er natuurlijk een veelvoud van directe en indirecte reflecties. Maar wat niet wordt gehoord, wordt wel gezien en als zodanig door de toeschouwers geïnterpreteerd. Thuis ligt dat veel moeilijker. Er is wel sprake van links/rechts bij stereo, en van twee extra achterkanalen en een centerkanaal bij surround, maar daarmee kun je nooit een geluidsbeeld creëren zoals hier. In een huiskamer van pakweg 50 m2 kunnen geen twee orkesten en koren worden neergezet! Hier, in deze immense ruimte, gaat dat makkelijk. Wat je in de surround-modus echter wel kunt doen is Coro II uit de achterkanalen laten komen. Mijn uitgangspunt voor deze opname zit weliswaar al in mijn hoofd, maar hier is het niet de goede gelegenheid om ruimtelijke effecten kritisch nader aan de tand te voelen. Dat doe ik liever thuis, aan de montagetafel. Wel volg ik mijn eigen ideale klankregie en daarvoor heb ik in dit geval vierentwintig kanalen nodig. Dat betekent dus ook vierentwintig microfoons. Dat lijkt simpeler dan het is want opnemen is ook een kunst, zoals musiceren dat is. Je kunt niet zomaar ergens twintig microfoons neerhangen en dan vervolgens denken dat het prima voor elkaar komt. Los van allerlei technische problemen die kunnen ontstaan en meestal ook ontstaan, en afgezien van zaken zoals de keuze van het aantal en type microfoons is het steeds weer een hele toer om de in mijn oren ideale microfoonopstelling te realiseren. Waar moeten ze worden geplaatst, op welke afstand en hoe hoog? Uit proeftakes moet ik dan het ideale geluidsbeeld zien te creëren, wat meestal uitloopt op een nogal tijdrovende klus."

Kritisch luisteren in de controlekamer... Jared Sacks en Paul Janse (r.)
Paul Janse met Jos van Veldhoven (r.)

"Ik ben heel blij met de mogelijkheden van de huidige computer en de uitermate geraffineerd ontworpen software die mij veel tijd bespaart. Ik gebruik op locatie sinds kort niet meer de mogelijkheden van de echt fysieke mengtafel, maar de software van Pyramix Editing/Merging Technologies. Zoals je hier op het beeldscherm kunt zien heb ik aan een of meerdere instrumentalisten en vocalisten een aparte microfoon en daarmee dus ook een apart kanaal toegewezen. Dat zijn stuk voor stuk analoge mono-kanalen die via de kabels die je hier overal ziet liggen naar de A/D-converter worden gevoerd om dan na de digitalisering ten slotte hier, in deze computer te belanden. Ik leg alles vast op hard disk en maak daar aan het einde van de sessie een extra backup van, op een losse hard disk die ik onder mijn arm kan meenemen. Desnoods maak ik er twee, want niets is zo vervelend dan materiaalverlies na uren hard werken!"

"Hier in Naarden hebben we voor één of voor meerdere instrumenten een aparte microfoon. Op het beeldscherm kan ik dat goed zichtbaar maken door de naam van het instrument of een instrumentengroep, of een vocale solist of groep aan het desbetreffende kanaal toe te voegen. Dat deed ik dan voor de beide vocale en instrumentale koren. Ik heb niets gemixt. Thuis breng ik die 24 kanalen terug tot eerst twee kanalen (stereo) en pas later tot surround.Ik doe alles eerst in stereo, ook de editing. Pas op de dag dat ik de masters ga maken, voeg ik de overige drie kanalen toe en maak ik de dynamiek af en stel ik de juiste niveaus in. Center, surround links en rechts. Pas in die fase luister ik multi-channel, waarbij ik beurtelings schakel tussen stereo en surround. Surround moet er zijn, ik wil het aanhebben maar niet bewust horen. Van goede surround vind ik dat je pas merkt dat je iets mist als je het hebt. Het moet geen doel en geen gimmick op zichzelf zijn. Het gaat erom dat het geluid nog steeds van voren komt, maar dat de reflecties van boven en van achter en van opzij op een natuurlijke manier naar de luisteraar toe komen. Net als in een mooie zaal, waarin de informatie naar je toekomt zonder dat je ervan bewust bent hoe het je bereikt. Ik heb geen invloed op de manier waarop thuis wordt geluisterd, maar wel op wat ik hier doe. 99% van de mensen luistert naar stereo en die moet a priori goed zijn. Ik ben sowieso geen voorstander van een microfoonopstelling in multi-channel, want achteraf is het dan buitengewoon lastig om er nog een mooie stereo-opname van te maken. Ik ga andersom te werk: ik mix achteraf eerst in stereo. Je ziet hier daarom maar twee speakers waarop we afluisteren.Wat de opname van de Matthäus betreft kan ik het ook heel anders aanpakken en Coro II in surround zetten. Dat lijkt me heel leuk! Dat kunnen we hier straks samen proberen! Ik kan Coro I niet in stereo ergens links in het geluidsbeeld zetten, want dan is het zo mono-achtig. er is dan geen diepte. Ook moet ik in stereo die twee koren en orkesten bij wijze van spreken over elkaar leggen, maar bij multi-channel kan het wel. Surround is trouwens een combinatie van direct en indirect geluid, een soort tussenoplossing."

De software van Pyramix heeft de plaats ingenomen van de 'fysieke' mengtafel

"Ik ben het met je eens dat je in de concertzaal de strijkers links ziet en dat het visuele beeld het luisteren duidelijk ondersteunt. Dat heb je thuis natuurlijk niet. Ik probeer dat ook in deze Matthäus-Passion zo veel mogelijk te compenseren, al moet dat dan wel op een uiterst natuurlijke manier gebeuren. Bezien vanuit de kerkruimte heb ik alleen links en rechts, maar wel met een duidelijk waarneembare afstand tussen Coro I en Coro II. Daar moet ik dan thuis een mouw aan zien te passen. Ze zijn voldoende uit elkaar om geen faseproblemen te krijgen, maar ze moeten wel precies gelijk spelen! Het tweede orkest zit aan de rechterkant en zo zou ik dat ook, op de een of andere manier, in de huiskamer moeten laten klinken. Het is gemakkelijker gezegd dan gedaan: het visuele effect compenseren!"

"Ik vind het heel belangrijk dat we in sessies zoals deze direct met de muziek zelf kunnen bezig houden en geen voor ons en voor anderen kostbare tijd moeten verspillen aan allerlei speltechnische aspecten. Van de dirigent en van zijn musici mag, nee moet worden verwacht dat zij de technische materie beheersen en een duidelijk beeld hebben van de muzikale inhoud alvorens aan de opname te beginnen. Foutjes herstellen, balansproblemen oplossen, een aanwijzing hier of een aanwijziging daar, het is allemaal prima, maar daar moet het dan ook echt bij blijven. De Nederlandse Bachvereniging en Jos van Veldhoven zijn altijd goed voorbereid. Dat is dan heel fijn werken. We hoeven niet eerst uitvoerig met elkaar te discussiëren over wat er in muzikaal opzicht precies moet gebeuren. En als er tijdens de opname dan iets gebeurt waarover ik twijfels heb, een rust, een frase, een dynamisch accent, dan leg ik de vraag voor: 'Is het jouw bedoeling dat...' Ik ga nooit tussen de musicus en de muziek zelf instaan, op de stoel van de dirigent of de solist zitten. Ik stel gewoon die vraag en vaak krijg ik dan als reactie: "Nee, dat was zo niet de bedoeling. Bedankt!' Zo hoort het volgens mij te gaan."


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links