Audiotechniek

Jaap de Jong, een eigenzinnige technicus

 

© 1995 Aart van der Wal

 

Jaap de Jong is niet alleen een van de beste beroepsfotografen die ons land kent, maar bovendien bezeten van muziek en audio. En hij is zeker niet de man die de opname- en weergave-apparatuur boven de muziek stelt. Integendeel, vanaf het prille begin was de pure, werkelijke klank voor hem de 'oerbron' en daarmee tevens het vertrekpunt voor zijn bepaald niet zonder grote tegenslagen verlopen zoektocht naar een zo goed mogelijke geluidsreproduktie in de huiskamer. Grensverleggend in het gebied tussen werkelijkheid en illusie.

Jaap de Jong werkt al vele jaren als freelance opname- en audio-technicus o.a. voor Philips (eerst 15 jaar Phonogram en vervolgens Philips Classics) en heeft op menige opname van dit huis een belangrijk stempel gedrukt. Zo werden de in het Mariinski-Theater in Sint-Petersburg vereeuwigde opera's en orkestwerken van o.a. Tsjaikovski, Moesorgski, Prokofjev en Borodin onder Valery Gergiev met zijn microfoons, voorversterkers en mengtafel vastgelegd, waarbij hij menigmaal a.h.w. en passant het sublieme fotowerk voor de kleurrijke cd-boekjes verzorgde.

Onlangs nog zag ik hem in het Haarlemse Concertgebouw bevlogen aan het werk tijdens de opnamenessies van Sjostakovitsj VIII, eveneens onder Gergiev. In nauwe samenwerking met balance engineer Erdo Groot kwam een werkelijk superieur klankbeeld uit de luidsprekers, dat enige weken later onder een nog gunstiger gesternte - bij hem thuis - een bijna verpletterende indruk achterliet.

Driedimensionaal

"Er zijn maar heel weinig mensen met zowel een technische als een artistieke inslag die heel dicht bij de driedimensionale opname betrokken zijn en dat in techniek kunnen vertalen. De kloof tussen de ontwerpers en technici in de audio-laboratoria en diegenen die a.h.w. in de frontlinie tijdens de opname met ensembles en solisten aan het werk zijn, is in de afgelopen twintig jaar zeker kleiner is geworden. Maar er wordt toch nog te veel naar de vervormingscijfertjes voor de komma gekeken en te weinig naar de soort en samenstelling van de vervorming."

"Ik probeer nu juist die twee volstrekt gescheiden werelden samen te laten vloeien. Ik heb het tenslotte het voorrecht om op de werkvloer intensief naar bijv. een orkest en een dirigent van wereldklasse zoals het Kirov onder Gergiev te luisteren, ik ken die fantastische klank van haver tot gort, of het nu in het Concertgebouw in Haarlem of in het Mariinski-Theater in Sint-Petersburg is. En dat niet alleen: mijn ervaring strekt van een amateurkoortje tot de Marinierskapel. En omdat ik er zo dichtbij sta, er bij wijze van spreken dagelijks mee bezig ben, weet ik vrij nauwkeurig welk gat ik moet overbruggen tussen de werkelijke klank in die of die zaal en het resultaat in de doorsnee huiskamer. In de loop der jaren heb ik - en ik zeg dat zonder arrogantie - dat verschil steeds verder kunnen verkleinen. En dat is een heel andere benadering dan het adagium dat wat je niet kunt meten ook niet bestaat. Niet intensief luisteren naar de klank, maar de absolute waarheid van de klank afleiden van de meetuitkomsten. Ik doe het net even anders en dus gebeurt het regelmatig dat ik voor een buitenbeentje wordt versleten, niet serieus wordt genomen. En natuurlijk uitgerekend door die mensen die mijn produkt niet eens kennen."

Mengtafel zelf ontworpen en gebouwd

Ondanks het luidkeelse digitale hosannah ontwierp en bouwde De Jong zijn mengtafel op basis van de buizentechniek. "Ik ben altijd al met buizen in de weer geweest en zo is na een ontwikkelingsproces van zo'n drie jaar mijn buizenmengtafel ontstaan. Ik ging daarbij niet erg commercieel te werk, want ik vroeg mij vooraf niet af of er wel vraag naar was. Dat is trouwens nu, jaren later, niet veranderd, want er is nog geen vraag naar. De grote en kleinere platenmaatschappijen moeten zonodig in de vaart van de techniek meerennen: alles moet digitaal, dat is het modewoord; is het dat niet, dan deugt het al bij voorbaat niet. Absurd, want de meesten weten echt niet waar ze over praten."

"Ik testte mijn eerste buizenmengtafel d.m.v. simulatie. Het kapsel (hier vindt de omzetting van akoestische druk naar elektrisch signaal plaats) van de microfoon werd vervangen door een simpele condensator van 50 PicoFarad. Daarop werd een signaalbron (cd-speler) aangesloten en verbond ik twee microfoonversterkers direct met de eindversterkers, met een A/B-schakeling ertussen. Op die manier kon er zowel geluisterd worden naar de cd-speler direct als via het hele systeem. Als je het goed hebt gedaan, hoor je geen enkel verschil. Onno Scholtze, Erdo Groot en Ko Witteveen (balance engineers van Philips Classics) mochten bepalen wat nu de mengtafel was, maar ze kwamen daar niet uit. Er trad geen enkele verandering op, ook niet met 100 meter kabel ertussen. Dat is niet niks."

Het bego bij I Musici...

De Jong kreeg de gelegenheid om zijn kunnen te bewijzen, toen Ko Witteveen in La Chaux-de-Fonds een opname moest maken van het I Musici ensemble. Naast de conventionele Philips-mengtafel ging ook de console van De Jong richting Zwitserland. De prestaties van de strijkende dames en heren werd via de beide mengtafels vastgelegd, waarna de musici om een gefundeerd oordeel werd gevraagd. Dat nu bleek een regelrechte eye opener: de musici kozen onmiddellijk voor de opname, die via de tafel van De Jong was gemaakt. Ze bleken zeer onder de indruk van de natuurlijke, open klank, die uit de luidsprekers kwam; en hoorden ze voor het eerst het 'hout' van hun instrument. Ook toonde hij de verschillen tussen de verschillende microfoonkabels aan: met een uit losse draden zelf in elkaar geflanste kabel (die De Jong nog steeds gebruikt!) bleek het resultaat nog aanmerkelijk beter. En zo begon dat gehele ontwikkelingsproces, waaronder het ontwerpen van microfoonversterkers.

De buizentechniek is in Nederland nooit met groot enthousiasme omarmd. Meestal wordt de buis geassocieerd met audio-freaks die op onduidelijke gronden de buis als het non plus ultra beschouwen. "Ja, buizentechniek is in Amerika een veel gemakkelijker item. Hier is het allemaal veel te technocratisch. Voor de Amerikaan geldt veel sterker hearing is believing. In ons land, eigenlijk in heel Europa, is men te sterk geneigd om naar de vervormingscijfertjes op papier te kijken. Hoe lager die cijfers, hoe beter het klinkt. Onzin natuurlijk, maar dat zit zo diep ingeworteld."

Definitie

Een van de belangrijkste criteria voor een goede opname is de definitie, zeg maar de details die kunnen worden gereproduceerd. En dan zonder de vaak negatieve effecten van de multi-microfoontechniek, waardoor je als luisteraar zowat op de schoot van de musici zit en de details het winnen van het totale klankbeeld. "Als je een ontzettend goede state-of-the-art microfoon en microfoonvoorversterker toepast en je gebruikt mijn systeem - en dat zeggen vooral de mensen uit het vak die ermee werken - is de definitie een stuk hoger en kan de afstand tussen de musici en de microfoons probleemloos behoorlijk worden vergroot, zonder dat er détails verloren gaan. Diegene die gewend is aan close miking en mijn systeem toepast, zal zich een hoedje schrikken, want hij kijkt a.h.w. in de vioolkast; hij zou dan absoluut niet weten wat hij er mee aan moet. Het kost tijd, het is een proces om daarmee om te leren gaan. Mijn systeem houdt feitelijk in dat je met veel minder microfoons veel meer kunt doen, mits je de dirigent meehebt. Want hij bepaalt dan hoe het klinkt (de balans e.d.), wij komen verder niet aan de schuifregelaars. De balans stellen we van tevoren aan de hand van proeftakes in; de dirigent is het daarmee eens en soi, de rest is vervolgens aan hem."

Mariinski

"In het Mariinski in Sint-Petersburg hebben we met het Kirov onder Valery Gergiev Iolanta van Tsjaikovski opgenomen zonder microfoons op het toneel. De microfoon die het dichtst bij een solist stond, was er nog minstens drie meter vandaan. En dat was dan nog een van mijn eigen boundaries, die gewoon op de vloer lag. Ik kreeg ter plekke ineens de inval om het zo te doen en het pakte fantastisch uit. Al was er hier en daar enig gegrom in de trant van "dat kan helemaal niet zo."

De digitale techniek rukt steeds verder op en is zo langzamerhand op het gebied van de klassieke-muziekopnamen heer en meester geworden. Zelfs de beste buizenmengtafel kan die ontwikkeling niet tegenhouden.

"Wij staan straks voor een nieuwe fase: m.u.v. van front-end (de microfoon/voorversterker) wordt het allemaal digitaal, ook bij Philips en ondanks het onwankelbare geloof in het gehele analoge traject. Front-end wordt daarbij steeds belangrijker, want het traject vanaf microfoonkapsel tot digitale processor verloopt analoog: in het digitale domein kan niet worden versterkt. Waarbij het onzin is om bijv. microfoonversterkers geheel zelf te ontwikkelen, want je kunt op dit gebied ettelijke topprodukten zo kopen. Maar toch durf ik te zeggen dat ze geen van alle zo goed zijn als de exemplaren die ik zelf maak. Die laatste 10%, dat zit er niet in, blijkbaar omdat het de fabrikanten niet voldoende interesseert. Terwijl nu juist in dat laatste beetje nog grootste kwaliteitswinst zit. Maar mijn produkten kunnen nooit tot de top behoren, want ze komen van ene Jaap de Jong uit Nieuwersluis en niet van Bruel & Kjaer, Neumann of Sennheiser. Alleen mensen die dagelijks op een zeer serieuze manier met de opnamepraktijk bezig zijn en muzikale oren aan hun hoofd hebben, kunnen daar doorheen prikken en weten dat topmerken op dit gebied echt niet zaligmakend zijn."

Klank-Walhalla

Bij De Jong thuis hoor ik de proefopnamen van Borodins Vorst Igor (Mariinski) en Sjostakovitsj VIII (Haarlem), met als klap op de vuurpijl de overweldigende glans van de Marinierskapel. Zelden hoorde ik zo'n fraaie klank uit conventionele, vrij kleine en prettig geprijsde luidsprekers (Translator) komen, zij het dat zowel de (buizen)versterkers als de d/a-converter door hem zelf waren gebouwd. "Onno zegt dat ook duidelijk: je moet van Jaap de Jong alles nemen, vanaf het microfoonkapsel tot en met de luidsprekers. Dan is het ook van a tot z fantastisch."

Mijn voor de hand liggende vraag is waarom bedrijven, die miljoenen in de audio-ontwikkeling steken, de doorsnee muziekconsument dan met minder afschepen. "Dat komt omdat ze het contact met de werkelijke klank tot in alle denkbare détails missen. Die driedimensionale klankenwereld kennen ze niet tot in de diepste vezels. Ik ben een middelmatige techneut maar kan wel vanaf dat kapsel tot en met de luidspreker het gehele proces doordenken en praktisch toepassen. De kennis die ik heb is helemaal niet spectaculair, maar voor het doel meer dan voldoende. Voor mij staat het als een paal boven water dat met halfgeleiders of met i.c.'s veel bereikt kan worden, maar met buizen kan het altijd net iets beter. Als het maar goed wordt gedaan (een buizenversterker is niet per se beter dan een transistortype: kletskoek). Het zijn de kleinste détails die het tot een heel goed of middelmatig of net niet goed produkt maken. Als ik de audio-winkels binnenstap en ik zoek precies uit wat ik wel en wat ik niet goed vind en ik combineer dat, bereik ik daarmee precies hetzelfde resultaat als met mijn eigen huiskamerontwerpen. Al zal ik dan hier en daar in de elektronica nog een kleine wijziging moeten aanbrengen. En vergeet de invloed van de kamer-akoestiek niet. De luidsprekeropstelling is zó kritisch: net als bij microfoons leidt qua plaatsing een paar centimeter verschil al tot een andere balans."

Vooruitgang

"De chip en daarmee ook de digitale techniek heeft de samenleving tot in bijna alle hoeken veranderd en heeft om die reden een grotere invloed gehad dan de A-bom. De digitale ontwikkeling stelt ook steeds hogere eisen en vandaar dat er steeds meer microfoonversterkers van topkwaliteit in transistortechniek op de markt komen. De kracht van de transistor ligt mijns inziens echter eerder in computer- en digitale toepassingen dan in het analoge traject."

"Ik kies voor de buis omdat de kracht ervan in de relatieve eenvoud en de elektrostatische overdracht schuilt. En dat zonder tegenkoppeling zeer lineair kan worden versterkt, terwijl er slechts een heel kleine prijs (te verwaarlozen tweede harmonische vervorming) voor betaald hoeft te worden. In dit vak zijn er mensen die krampachtig proberen om met een i.c. schakeling dezelfde resultaten te bereiken als mijn microfoonversterker. Dat lukt niet, want men kan nog zo zijn best doen: wortelen zullen altijd anders smaken dan prei. Het belangrijkste is dat de verschillende technieken zó worden gebruikt, dat zij hun grootste kracht kunnen ontplooien. Dan ziet de opname/weergaveketen er als volgt uit: kapsel buizen-microfoonversterker - digitale opslag/bewerking - verwerking (cd) - buizen-eindversterker."

Toen het cd-tijdperk losbarstte was er kritiek op het digitale proces: kil en scherp. Als de d/a-conversie en de analoge uitgangtrap al deugden, waren er de ongenadig aan het licht komende beperkingen in het voortraject van de opname. In bepaalde high-end kringen is de grammofoonplaat nog steeds favoriet. Dat heeft te maken met de maskerende snij- en aftastvervorming, waardoor het geluid briljanter en dieper lijkt. En opnamen van rond 1950-60 worden als heel goed en prettig klinkend ervaren, omdat toen simpele microfoontechnieken (buizen!) en mengtafels werden gebruikt" (o.a. de bekende Decca SXL's en Mercury).

Werkelijkheid en illusie

"De opnametechniek is eigenlijk een eigen leven gaan leiden. Je kunt er op een heleboel manieren tegenaan kijken. Wanneer het uitgangspunt de weergave van de werkelijkheid zou zijn, kun je eindeloos erover strijden wat die werkelijkheid dan wel precies is, want daar zal iedereen anders over denken. Volker Straus zegt bijvoorbeeld: "ik herschep een partituur in mijn eigen klankdomein", wat misschien nogal aanmatigend overkomt, maar het is evengoed een opvatting."

"Ik zoek bij voorkeur naar het klankbeeld zoals ik dat op de bok van de dirigent ervaar, waarbij ik het niet relevant vind of dit altijd de meest ideale plek is. Daar ligt voor mij de basis en het referentiepunt van mijn werk, want daar wordt het geluid letterlijk gemaakt, gekneed. Als de luisteraar via mij op die plek kan zitten, zit hij op een unieke plaats. Ik kan niet met tweeduizend luisteraars rekening houden, die ieder op een andere plek in de zaal zitten en subjectief de muziek op duizend-en-een manieren ondergaan. Als je achter de rug van majoor Buitenhuis gaat staan en de Marinierskapel breekt los, is datgene dat je uit de beste audio-installaties hoort, niet meer dan een slap aftreksel, dat een geweldige afstand tot de werkelijkheid schept. Het is zo ongelooflijk mooi, zo onvoorstelbaar sprankelend en tintelend, vervuld van instrumentaal léven, wat je daar dan hoort, dat je het echt niet voor mogelijk houdt. Omdat dat zo natuurgetrouw mogelijk vast te leggen..."

"In het Mariinski hebben we ook de unieke akoestiek van dat theater naar eer en geweten vastgelegd, dus met zoveel mogelijk uitsluiting van vertekening. In Vorst Igor (geplande release in het komende voorjaar) deden we het voor het eerst echt anders en werd met panelen gewerkt om de klank groter te maken en daardoor wijkt het klankbeeld af van zoals het in het Mariinski normaliter klinkt en door ons werd vastgelegd. Maar het is op deze manier natuurlijk wel zeer indrukwekkend geworden. Muziek kent een onnoemelijk aantal aspecten en zijn er dus evenzovele manieren om die variëteit vastleggen. Fascinerend toch?"


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links